Deel 3 | De vreemde geholpen

Printvriendelijke versie

Het was een lange, verre tocht. Lange tussenstops in verschillende kampen. En dan nu weer een vreemd land, in een vreemd centrum. Maar wat een lieve mensen! Ze helpen haar, praten met haar, zijn geïnteresseerd in haar. Waarom zouden ze zo met haar omgaan?

Bijbelgedeelte

Bijbelgedeelte

Lees met elkaar: 2 Koningen 5:1-19.

Zingen

Zingen

Zing met elkaar enkele van deze psalmen of liederen:  

Psalm 51:4, en Psalm 146:3 en 7.

Als g'in nood gezeten en Samen in de naam van Jezus

Startopdracht

Startopdracht

Doel: Woordweb maken over hoe een vluchtelingenopvang eruit moet zien.
Nodig: Flipover-vellen, stiften.
Instructie: Stel, jullie zijn de leiding van een asielzoekerscentrum (AZC). Hoe gaat het eruitzien? Wat gaat daar gebeuren? Wie laat je toe en wie niet? Wie werken er? Noem maar op. Schrijf in een tabel op de flipover op waar je aan denkt als je denkt aan hoe een AZC eruit moet zien.

Na deze avond...

Na deze avond...

Weet je: dat vluchtelingen christelijk behandeld moeten worden.
Besef je: dat vluchtelingen en Nederlanders elkaar door het cultuurverschil niet altijd goed begrijpen.
Kun je: vluchtelingen op een christelijke manier helpen.

Kerntekst

Kerntekst

2 Koningen 5:9: ‘Alzo kwam Náäman met zijn paarden en zijn wagen, en stond voor de deur van het huis van Elisa’.

Op de vlucht voor...

Op de vlucht voor...

Mensen vluchten om verschillende redenen. Sommigen vluchten vanwege oorlog, anderen vanwege honger, weer anderen vanwege extreme armoede. Meestal loopt het leven van vluchtelingen gevaar. Als ze niet zouden vluchten, zouden ze geen toekomst hebben. In de Bijbel komen we ook veel vluchtelingen tegen. Denk aan Abraham die vanwege honger naar Egypte trok (Genesis 12:10). Jakob vluchtte omdat zijn broer Ezau hem wilde doden (Genesis 17:42, 43). David moest vluchten voor zijn eigen zoon (2 Samuël 15:14). De eerste christenen vluchtten voor de golf van christenvervolging na de dood van Stefanus (Handelingen 8:1). Wat verschrikkelijk als je voor kortere of langere tijd ergens anders naartoe moet, omdat je leven wordt bedreigd!

In het Bijbelgedeelte dat je hebt gelezen komen we nog een vluchteling tegen. Hij is ernstig ziek en heeft daardoor geen toekomst meer. Hij zal zelfs aan die ziekte overlijden. Hij moet ten einde raad zijn geweest! Náäman is een Syriër, een man die woont in het land dat ten noorden van Israël ligt. Israël had in die tijd vaak te maken met aanvallen uit Syrië. Náäman is dus eigenlijk een vijand van Israël. Zijn vrouw heeft zelfs een Joods slavinnetje in dienst, die eens tijdens een aanval is gestolen van haar ouders. Dit meisje heeft de oplossing: ‘Uw man kan naar de profeet in Samaria gaan, dan zal hij vast beter worden.’ Náäman krijgt dit te horen. Blijkbaar is hij zo ten einde raad dat hij luistert naar een slavin. Hij vraagt toestemming aan de koning en vertrekt naar Israël.

Gespreksvragen

Gespreksvragen

  1. Noem nog een aantal voorbeelden van vluchtelingen in de Bijbel. Waar vluchtten zij voor?
  2. Wat zijn redenen voor vluchtelingen vandaag om te vluchten? Wat vind jij daarvan?
Cultuurverschil

Cultuurverschil

De koning van Syrië stuurt een brief naar de koning van Israël met de vraag of hij wat aan het probleem van Náäman kan doen. De koning van Israël ziet dat als een bedreiging. Ze zoeken reden om oorlog te voeren, denkt hij. De koning van Israël voelt zich opgezadeld met de problemen van een ander. Zo voelt het voor Nederlanders ook weleens als er vluchtelingen in Nederland aankomen. Maar denk eens aan de reden waarom ze weg zijn gevlucht…

De koning vergeet ook nog eens dat er een profeet van de Heere is in Israël. Deze profeet, Elisa, komt bij de koning en laat Náäman naar zich toesturen. Zo komt Náäman bij Elisa terecht. En dan krijgen we te maken met cultuurverschil. Náäman verwacht een heel ritueel. Hij is binnen zijn godsdienst gewend aan veel bombarie, priesters die vreemde offerrituelen uitvoeren, bijzondere gebeden uitroepen en opzichtige handelingen uitvoeren om ziekten te bestrijden. Dus dat verwacht hij van deze grote profeet ook. Hij zal naar buiten komen, blijven staan, dan de Naam van de HEERE, zijn God, aanroepen en zijn hand over de melaatsheid strijken om zo de ziekte te genezen. Maar niets van dit alles. Elisa stuurt zijn knecht naar buiten en blijft zelf binnen zitten. Hij wil dat de eer naar God gaat en niet naar hem als profeet. De knecht geeft aan Náäman de opdracht van Elisa door dat hij zich zeven keer moet wassen in de Jordaan, met de belofte dat Náäman zal genezen.

Náäman is woedend. Elisa komt niet eens naar buiten! Daarnaast zijn de rivieren van Damascus, de Abána en de Farpar, veel beter dan alle rivieren, meren, sloten en plassen in Israël. ‘Ik kan me in Damascus ook wel wassen.’ Bij Náäman ging het anders dan hij verwachtte. Een cultuurverschil kan ervoor zorgen dat mensen elkaar niet begrijpen. Dit kan komen door de spanning van de vlucht. Maar het kan ook komen doordat mensen met hele andere ideeën worden opgevoed. Iedereen heeft zijn eigen levensverhaal en kan daardoor anders tegen iets aankijken dan iemand anders.

Gespreksvragen

Gespreksvragen

  1. Kun je begrijpen dat Náäman boos wordt?
  2. Waarom gaat het anders dan Náäman verwacht?
  3. Ken je voorbeelden van cultuurverschillen in je omgeving? Zo niet, zou je voorbeelden kunnen bedenken? Wat vinden wij vreemd aan de cultuur van andere mensen en wat vinden andere mensen vreemd aan onze cultuur?
  4. Elisa wil dat alle eer naar de Heere gaat. Hoe zou je in het werk onder vluchtelingen alle eer naar de Heere kunnen laten gaan?
De enige God

De enige God

De knechten van Náäman proberen hem over te halen om toch naar Elisa te luisteren. Ze zeggen: ‘Zo de profeet tot u een grote zaak gesproken had, zoudt gij dat niet gedaan hebben?’ (2 Koningen 5: 13) Met andere woorden: ‘Als u nu iets heel groots moest doen, bijvoorbeeld op de knieën terug naar Damascus, een groot offer brengen in Jeruzalem of de hoogste berg in de omgeving beklimmen, dan had u het gedaan. Dan kunt u zich toch ook wel wassen in de Jordaan?’ Het is waardevol dat Náäman mensen om zich heen heeft die de cultuurkloof doorzien. Ook in Nederland zijn er stichtingen, zoals Gave, die met alle geduld met de cultuurkloof omgaan.

Náäman laat zich overhalen en stapt de Jordaan in. Zeven keer kopje onder in de Jordaan, en… hij is genezen! Zijn huid lijkt een kinderhuid te zijn geworden. De witte uitslag is verdwenen. Náäman gaat terug naar Elisa. Hij erkent dat hij genezen is door God, de enige God! En hij wil Elisa bedanken met allemaal dure spullen. Elisa weigert het. Elisa komt namelijk geen dank toe, maar de enige God van hemel en aarde.

Náäman wil de Heere ook in Syrië dienen. Hij neemt een bult zand mee uit Israël om daarop thuis altijd voor de HEERE te offeren. Wat mooi! Náäman wil de Heere dienen. Hij is gevlucht voor zijn ziekte. Er was geen toekomst meer voor hem. Maar nu keert hij genezen en als kind van God terug.

We kunnen allemaal vraagtekens hebben bij de manier waarop Náäman de Heere gaat dienen. Toch moeten we daar maar geduld mee hebben. Het is soms een lange weg voordat een heiden oude gewoonten zijn kan loslaten. We mogen erop vertrouwen dat de Heilige Geest Gods kinderen heiligt. Het gebeurt gelukkig vandaag ook nog dat vluchtelingen tot geloof komen. Ze zien het liefdadigheidswerk dat christenen voor hen doen. Ze willen dan meer weten over het christelijk geloof. Dit is een belangrijke reden om vluchtelingen op een christelijke manier te behandelen. Door vluchtelingen te helpen kun je iets van de liefde van Christus laten zien. Dit werk wil de Heere zegenen, zodat mensen interesse krijgen in het evangelie en tot geloof komen. Dit is niet het belangrijkste doel van vluchtelingenhulp, want je naaste dienen en hen goed doen moet altijd. Maar we mogen dit doen in de verwachting dat de Heere extra zegen wil geven.

Gespreksvragen

Gespreksvragen

  1. Hoe kun je praktisch vluchtelingen helpen?
  2. Waarom is het belangrijk om vluchtelingen te helpen?
  3. Lees vers 17-19 nog eens. Waarom zouden we vraagtekens kunnen hebben bij de manier waarop Náäman de Heere wil dienen?
  4. Hoe help je vluchtelingen op een christelijke manier?
Stelling

Stelling

‘We moeten geduld hebben met vluchtelingen die christen worden en nog veel oude gewoonten hebben die vreemd voor ons zijn.’

Bidden

Bidden

Suggesties om voor te bidden vanuit het Bijbelgedeelte of thema:

  • Bid de Heere om liefde in je hart voor vluchtelingen; dat je vluchtelingen ondanks alle cultuurverschillen ziet als mens.
  • Bid dat vluchtelingen in contact komen met christenen en zo het evangelie horen.
  • Kijk voor meer gebedspunten op: https://www.gave.nl/steun-gave/bid-mee/persoonlijk-gebed
Slotopdracht

Slotopdracht

Doel: Het eigen AZC uitwerken, naar aanleiding van de Bijbelstudie.
Nodig: Pennen, stiften, papier, potloden, knutselkarton, etc.
Instructie: Kijk met elkaar nog eens naar de tabel van de startopdracht. Mist er nog iets? Kan aan de tabel gezien worden dat jullie christen zijn? Hoe kun je dit verwerken in een AZC? Bedenk dit samen en voer het uit in het klein. Verdeel de groep in 2 groepen. Een groep denkers, die activiteiten en regels voor het ACZ opschrijft. En een groep doeners, die of een plattegrond tekent, of een maquette bouwt van het door jullie bedachte AZC. Bespreek aan het einde de uitkomsten. Is er nu wel te zien dat jullie christen zijn? Hoe is dit te zien? Ga als het mogelijk is op bezoek bij een AZC. Ga er helpen en kijk of jullie ideeën ook echt mogelijk zijn.

Uit de belijdenisgeschriften

Uit de belijdenisgeschriften

Heidelberger Catechismus, zondag 32, vraag en antwoord 86
https://www.online-bijbel.nl/catechismus/zondag/32/

Nederlandse Geloofsbelijdenis artikel 24
https://www.nederlandse-geloofsbelijdenis.nl/artikel-24

Verdieping

Verdieping

L. van der Zee, De vreemdeling in ons midden

Deel 1 | Ik was een vreemdeling

Bijbelstudiemateriaal 16+

Vorige Volgende