Deel 3 | Vriend en vijand

Printvriendelijke versie

Heb je wel eens gehoord van George Müller? Hij was een zendeling en had een vast vertrouwen op God. Hij geloofde dat God hem altijd zou geven wat hij nodig had. Toen hij jong was, deed hij heel veel zondige dingen. Maar de Heere trok hem uit dat zondige leven. De Heilige Geest veranderde zijn hart zodat hij God ging dienen. Hij zorgde als zendeling voor weeshuizen waarin voor meer dan 10.000 weeskinderen werd gezorgd. Die hadden natuurlijk kleding, eten, een huis en een opleiding nodig. Daarnaast stichtte hij veel scholen en zorgde ook financieel voor honderden andere zendelingen. In 42 verschillende landen heeft hij getuigt van Jezus. Hij ervaarde overal dat de Heere niet veranderd is en nog steeds zorgt tot in de kleinste dingen. 64 jaar lang werkte hij voor God en de dingen die hij deed kostten zo ongeveer een half miljoen Pond per jaar… En weet je wat het meest bijzondere is? Hij heeft nooit aan iemand om geld gevraagd. Dat wilde hij absoluut niet omdat hij erop vertrouwde dat God altijd op tijd zou geven wat nodig was. Biddend ging hij door het leven, alles vroeg hij altijd alleen maar aan God… En de Heere gaf alles wat hij nodig had.

Ben je ook zo benieuwd naar zijn geheim? Hoe kan iemand zó leven? Daar gaf hij zelf dit antwoord op: ‘Er is een dag gekomen dat ik stierf, stierf aan George Müller en zijn meningen, zijn voorkeuren, zijn smaken en zijn wil; stierf aan de wereld, haar goedkeuring of afkeuring; zelfs stierf aan de goedkeuring of afkeuring van mijn broeders en vrienden; en sindsdien heb ik uitsluitend getracht om mijzelf te tonen als hebbende Gods goedkeuring.’

George Müller stierf aan zichzelf. Daar gaan we samen wat dieper over nadenken.

Bijbelgedeelte

Bijbelgedeelte

Lees met elkaar: Mattheüs 5:38-48

Zingen

Zingen

Zing met elkaar enkele van deze psalmen of liederen:  

Psalm 35:6, en Psalm 133:1, 3.

Uw Woord is een lamp (Gele zangbundel lied 161), Doorgrond ons hart (Gele zangbundel lied 32)

Startopdracht

Startopdracht

Doel: gedachtenvorming over het thema ‘de andere wang toekeren’
Nodig: papiertje/mobiele telefoon, de 6 punten, die hieronder staan geprint voor elke groepje van 3 personen
InstructieStel je voor, je surft op internet en je komt op een vragenforum zoals Refoweb. Je ziet deze vraag staan: ‘Is ‘de andere wang toekeren’ echt de beste weg of is het alleen iets voor watjes die niet terug durven slaan?’

Pak allemaal een papiertje of je telefoon en schrijf op wat jij zou reageren op het forum. Klaar?

Laat een paar mensen hun antwoord voorlezen. Verdeel de groep in groepjes van 3. Lees nu met je groepjes een aantal antwoorden die op internet gegeven werden (https://www.startpagina.nl/v/religie-spiritualiteit/religie/vraag/74787/wang-toekeren-werkelijk-juiste-weg/).

  1. Als je een beetje eigenwaarde hebt, zul je niet je andere wang toekeren. Het lijkt een heel nobel iets om te doen maar eigenlijk doe je gewoon jezelf tekort. Er is niks mis met opkomen voor jezelf.
  2. De andere wang toekeren getuigt van een grote persoonlijkheid. Je beheerst je drift. Eerlijkheid duurt het langst. Als jij de andere wang toekeert dan stel je je nederig op en dat kan de ander schokkend rechtzetten.
  3. Jezus wilde niet dat zijn volgelingen zouden vechten. Daarom zei hij dat als iemand ons slaat, we niet mogen terugslaan. We mogen niet boos worden en gaan vechten. Als we dat wel doen, laten we zien dat we niet beter zijn dan die ander, die met vechten is begonnen.
  4. Hangt van de situatie af, bijvoorbeeld is er niemand (denk ik) die zijn tweede dochter aanbiedt aan de verkrachter van zijn eerste dochter. Dit is extreem gesteld maar iedereen heeft zijn grens. De ene nu eenmaal wat eerder dan de ander.
  5. Er is meer lef voor nodig om de andere wang toe te keren. Het is pas laf en zeker dom om er dan op te slaan.
  6. Ze bedoelen daar in feite mee...niet hetzelfde doen als die ander doet...of deed. Probeer een probleem met woorden op te lossen. Erover praten...en niet vechten. Diegene die slaat....is de grootste lafaard natuurlijk. Die kan het blijkbaar niet met woorden af...simpel en jammer.
  • Op welke van de 6 antwoorden leken jullie antwoorden het meest?
  • Zet nu in met je groepje deze stellingen op een rijtje van ‘helemaal mee eens’ tot ‘helemaal niet mee eens’. Vergelijk jullie rijtje met de andere groepjes. Bespreek waarom jullie kozen voor deze volgorde.
Na deze avond

Na deze avond

Weet je: in welke situatie het wel gepast is om je andere wang toe te keren en in welke situatie dat niet nodig is.
Besef je: dat je zelf net zo’n zondaar bent als degene met wie je niet zo goed door één deur kunt… en dat dit besef het makkelijker maakt de ander lief te hebben.
Kun je: bidden voor iemand aan wie je (een beetje) een hekel hebt of aan wie je je stoort.

Kerntekst

Kerntekst

Mattheüs 5:44: ‘Maar Ik zeg u: Hebt uw vijanden lief; zegent ze die u vervloeken; doet wel dengenen die u haten; en bidt voor degenen die u geweld doen en die u vervolgen.’

Oog om oog?

Oog om oog?

De Heere Jezus spreekt in dit gedeelte verder tot de discipelen. Hij haalt een citaat uit het Oude Testament aan (kijk maar in Exodus 21:24, Leviticus 24:20 en Deuteronomium 19:21). Wat werd met deze teksten bedoeld? Het betekende niet: als iemand je op je hoofd slaat, moet je terugslaan op zijn hoofd. Het was dus geen verplichting, maar met de wet van ‘oog om oog’ werden extreme vergeldingsacties voorkomen. Dus als iemand op je hoofd slaat, mag je máximaal terugslaan op zijn hoofd, maar zéker niet meer dan dat. De wet bracht dus orde en zorgde dat de straf passend was bij de zonde.

Nu gaat Jezus verder. Hij maakt een tegenstelling door ‘maar’ te zeggen. ‘Maar Ík zeg u…’ Hij scherpt het gebod uit het Oude Testament aan. God liefhebben boven alles en je naaste als jezelf houdt heel veel in. Niet vergelden, maar liefhebben. Niet vervloeken, maar zegenen. Niet één mijl met iemand meelopen, maar twee mijlen. Overal een stap verder in gaan dan het minimale. Omdat je uit liefde handelt, wil je méér doen.

Jezus deed het ons Zelf voor. ‘Die, als Hij gescholden werd, niet wederschold en als Hij leed, niet dreigde; maar gaf het over aan Dien, Die rechtvaardiglijk oordeelt’ (1 Petr. 2:23). Jezus werd uitgescholden, maar hield Zijn mond. Wij willen de ander betaald zetten, maar Jezus zegt: Nee, in Mijn Koninkrijk gaat het andersom. We zetten de ander niet betaald, want God Die rechtvaardig is, zal oordelen. Wij zijn geen haar beter en mogen leven vanuit het geloof dat die Jezus voor al onze zonden heeft betaald aan het kruis. Heb daarom je vijanden lief.

Doe eens wat extra's. Als je buurman vraagt om een beetje melk, geef dan gewoon een heel pak. Of als een mevrouw bij de winkel vraagt of je haar boodschappen even uit de winkelkar wilt tillen, breng ze dan ook even naar haar auto. Volg Jezus na. En als je dit zo leest, dan besef je: dat kan ik echt alleen met hulp van de Heilige Geest. Dat klopt. Daarom is Hij uitgestort met Pinksteren, juist om ons te helpen en te leiden in het volgen van Jezus. Bid om Zijn Geest en je zult Hem ontvangen! (Lukas 11:13)

Gespreksvragen

Gespreksvragen

  1. Hoe bedoelde God de wetten in het Oude Testament waarin staat ‘Oog om oog en tand om tand'?
  2. Hoe wordt het overbekende psalmvers ‘Opent uwen mond’ (Ps. 81:12) heel belangrijk als je de geboden van Jezus in de Bergrede serieus neemt?
  3. Doe jij wel eens wat extra's voor iemand anders? Wat dan? Gaat dat bij jou vanzelf of ervaar je heel sterk dat je de hulp van de Heilige Geest daarbij nodig hebt?
Sterven aan jezelf

Sterven aan jezelf

Er blijft nog wel een vraag over. Waarom kan God van een christen wel verwachten dat hij zijn vijanden liefheeft? Dat is toch wel erg veel gevraagd?

Het volgen van Jezus kost je wat. Dat gaat niet zomaar. Hij wijst ons hier op onze houding. Hij wil dat we eens nadenken over hoe we naar onszelf kijken. Je moet niet je eigen rechten voorop stellen, maar juist jezelf verloochenen. Hoe kijk jij naar jezelf? Hoe belangrijk ben jij voor jezelf? Waarschijnlijk heel belangrijk… Denk eens terug aan de intro. George Müller stierf aan zichzelf. Als je echt een discipel van Jezus bent, moet je aan jezelf sterven. Dat betekent: volg Jezus en kijk naar Hem in plaats van naar jezelf. Dan is je eigen eer en je eigen ik niet zo belangrijk meer, maar dan gaat het om horen en doen wat Jezus van je vraagt.

Weet je wat dr. Martin Lloyd-Jones zegt? Hij zegt dat je jezelf het volgende af moet vragen. Als je jezelf wilt verdedigen of je geïrriteerd voelt of gekwetst: waarom ben ik nu van m’n stuk? Waarom ben ik nu gekwetst? Waar gaat het me om? Ben ik bezorgd om een principe van recht en gerechtigheid? Of gaat het me slechts om mezelf? Is het misschien akelige hoogmoed en vuil egoïsme? Als je daarover nadenkt en je eerlijke conclusie is: ‘Ik ben hoogmoedig, ik ben bezorgd over mezelf en mijn eigen eer’, dan moet je dat eerlijk toegeven en belijden. Het kan zelfs dat je dénkt dat je iets doet om recht en gerechtigheid, maar dat je daaronder tóch weer jezelf op het oog hebt. Het is pijnlijk, maar als we Jezus willen volgen moeten al die zonden beleden worden. In hoeverre beheerst jouw ‘ik’ jouw leven?

Gespreksvragen

Gespreksvragen

  1. Leg eens in je eigen woorden uit wat ‘sterven aan jezelf’ betekent.
  2. Denk eens na over je eigen leven. Wat is een situatie waarin jij je ergert of je gekwetst voelt, maar waarin je eigenlijk jezelf moet verloochenen?
  3. Als ‘sterven aan jezelf’ hoort bij het leven als christen, is het doen van openbare geloofsbelijdenis wel een erg grote stap waar je heel goed over na moet denken. Waarom?
Kijk als God en wees als God

Kijk als God en wees als God

Jezus kwam naar de aarde. Waarom eigenlijk? Daar is maar één antwoord op mogelijk: Hij dacht níet aan Zichzelf… Hij kwam om de wil van Zijn Vader te doen. Hij leefde niet voor Zichzelf, maar voor ons. Als je zo naar je naaste kijkt, dan krijg je hem lief. Als je naast hem staat als zondaar. Dan blijk jij net zo'n zondaar te zijn als je naaste.

Hopelijk ben jij een verloste zondaar, maar dan doe je er toch ook alles aan om je naaste bij Jezus te brengen? Wij waren verloren. Totaal schuldig. We verdienden de dood en eeuwige scheiding van God. Maar Jezus kwam! Als je wat hebt begrepen van Gods genade voor jou in Jezus Christus, verandert je hele houding tegenover God en je naaste. Lloyd-Jones zegt het zo mooi: ‘Als jou onverdiend vergeving is geschonken, heb je dan het recht om je vijand niet te vergeven?’

Wees als God, staat er in vers 45: ‘Opdat gij moogt kinderen zijn uws Vaders, Die in de hemelen is; want Hij doet Zijn zon opgaan over bozen en goeden en regent over rechtvaardigen en onrechtvaardigen.’ God geeft regen aan mensen die Hem volgen, maar ook aan ongelovigen. Zo moeten wij ook zijn. Geef liefde aan je vrienden én aan je vijanden.

Gespreksvragen

Gespreksvragen

  1. In Johannes 3:30 zegt Johannes de Doper: ‘Hij moet wassen, maar ik minder worden’. Hij bedoelde: Jezus moet steeds groter worden (wassen = groeien) en ik steeds kleiner. Zie je daar iets van terug in je eigen leven? Waarom wel of waarom niet?
  2. Is er iemand die jij echt ziet als je vijand? Hoe kan dit Bijbelgedeelte je helpen om die vijand meer lief te gaan hebben?
Stelling

Stelling

‘Je eigen ik beschermen is altijd zonde, want in plaats van God op nummer 1 te zetten, gaat het me dan om mezelf.’

Bidden

Bidden

Suggesties om voor te bidden vanuit het Bijbelgedeelte of thema:

  • Bid of God je wil leren jezelf steeds minder belangrijk te vinden en Hem steeds belangrijker.
  • Bid om medelijden met ongelovige mensen om je heen en een hart dat vijanden lief kan hebben.
Slotopdracht

Slotopdracht

Bedenk voor jezelf wat je wilt onthouden uit deze Bijbelstudie. Misschien iets wat je hebt geleerd of waar je van bent geschrokken. Als je het hebt opgeschreven, deel je het met je buurman/buurvrouw. Vraag elkaar ook waarom je dat graag wilt onthouden. Als je het samen hebt gedeeld kun je als er tijd is nog samen gaan zitten met een ander tweetal. Vertel het andere tweetal dan wat jullie willen onthouden. Probeer het eens andersom: jij vertelt wat je buurman/buurvrouw wilde onthouden en hij/zij vertelt wat jij wilde onthouden.

Uit de belijdenisgeschriften

Uit de belijdenisgeschriften

Pak als afsluiting de Heidelbergse Catechismus er even bij. Lees uit Zondag 40 vraag en antwoord 107 en uit Zondag 42 vraag en antwoord 111. Daar staat precies in waar we over na hebben gedacht bij dit Bijbelgedeelte.

Verdieping

Verdieping

Boekentip om verder over dit onderwerp te lezen:

H. Quist-van Rossum, Bitter of beter

Deel 4 | Niet gezien, toch gedaan

Bijbelstudiemateriaal 16+

Vorige Volgende