Deel 4 | Van een boos mens en een genadig God
Je hebt keihard gewerkt voor een opdracht of een toets, die je voor school moest maken. Je bent er uren mee bezig geweest. Je weet dat je vriendin er veel minder tijd ingestoken heeft. Nu heeft de docent de resultaten gegeven: je vriendin heeft een veel hoger cijfer dan jij. Hoe reageer je daarop?
Bijbellezen
Zingen
Na deze avond...
- weet je hoe de Heere is: een barmhartig en genadig God;
- besef je dat mensen, ook kinderen van God, dwars tegen God in kunnen gaan;
- kun je uitleggen wat het betekent dat de Heere ook jou genadig en barmhartig wil zijn.
Startopdracht
Doel: je inleven in de boosheid van Jona.
Nodig: memobriefjes.
Vul zo veel mogelijk memobriefjes met punten waarom of waarover je de laatste week boos geweest bent. Dit kan je alleen doen of in een groepje. Plak vervolgens deze memobriefjes op een muur en laat ze daar de rest van de avond hangen. Bespreek eventueel een paar briefjes in de groep.
Kerntekst
'... want ik wist dat Gij een agenadig en barmhartig God zijt, lankmoedig en groot van goedertierenheid, en berouw hebbende over het kwaad.' (Jona 4:2b)
Uitleg | Een boos mens
Daar zit hij, Jona. Zijn taak zit er op. Hij heeft een plekje opgezocht ten oosten van de stad, waarschijnlijk op een hoge heuvel, zodat hij de stad goed kan zien. Hij heeft zijn boodschap gebracht. Zijn preek bestond maar uit één zinnetje: ‘Nog veertig dagen, dan zal Ninevé worden omgekeerd.’ Jona is na zijn taak de stad uitgegaan. We lezen dat in vers 5. Hij heeft een loofhut, een afdak gemaakt, zodat hij in de schaduw kan zitten en nu zit hij af te wachten.
Er staat letterlijk in vers 5 ‘totdat hij zag wat van de stad worden zou’. Jona zit te wachten op de verwoesting, op de omkering van de stad. Dat hebben ze immers verdiend. Dan wordt zijn eigen volk gelijk van een belangrijke vijand verlost.
Inmiddels is de veertigste dag aangebroken. Jona wacht met spanning af. Maar hoe hij ook kijkt, er gebeurt helemaal niets. Hoe kan dat? Dat heb je de vorige keer gehoord. Het staat aan het einde van hoofdstuk 3: ‘En Hij (de Heere) deed het niet’. Niet Ninevé wordt omgekeerd, maar de Ninevieten zijn omgekeerd, zijn bekeerd en hebben zich verootmoedigd voor God. Wat een wonder en wat een vreugde. In Lukas 15:10 staat dat er blijdschap bij de engelen in de hemel is als één zondaar zich bekeert. Hier heeft een hele stad zich bekeerd. Wat een blijdschap en vreugde zal er in de hemel geweest zijn.
Kijk nu eens naar Jona. Zie je bij hem ook blijdschap? Nee, Jona is boos en verdrietig. Sterker nog, in vers 1 staat dat de toorn van Jona ontstak. Waarom? Omdat hij niet door de Ninevieten als een echte profeet wordt gezien? Zijn woorden komen immers niet uit, want de verwoesting is niet gekomen. Misschien is dat een reden. Omdat nu de aartsvijand van zijn volk niet wordt vernietigd? Dat is mogelijk. Maar de diepste reden vind je in vers 2: Jona is boos op God. Boos op God? Ja, Jona is boos en verdrietig.
Gespreksvragen | Een boos mens
Kaart
Uitleg | Een barmhartig God
Waarom is Jona eigenlijk boos op de Heere? Jona geeft zelf het antwoord in vers 2. Hij is boos, zelfs toornig op de Heere God, omdat hij weet dat de Heere ‘een genadig en barmhartig God is, lankmoedig en groot van goedertierenheid’. Dat is niet zomaar een weten met het verstand, maar het is een ‘kennen met het hart’. Jona heeft zelf ervaren dat de Heere genadig en barmhartig is. Had de Heere hem niet gered uit de vis? Je kunt het heel kort zeggen: Jona is boos, omdat God goed is.
Het laatste gedeelte van vers 2 is een van de mooiste verzen uit het boekje Jona en uit de hele Bijbel. Ook in andere gedeelten wordt dit vaak van God gezegd. De Heere is genadig: schuldige zondaars schenkt Hij redding in en door het bloed van Zijn Zoon, de Heere Jezus. De Heere is barmhartig: Hij heeft een warm hart, vol van liefde voor zondaren. De Heere is lankmoedig: Hij heeft veel geduld en is traag tot toorn. Jona kent God. Ken jij Hem ook?
Het is onbegrijpelijk. Jona is boos, omdat de Heere zo goed en genadig is. Wat een verschil: Abraham smeekte en bad tot God om Sodom en Gomorra niet om te keren. Hier zit Jona te wachten op de verwoesting van een stad. Gods goedheid en genade is voor deze knecht van God een reden om te zeggen en te bidden tot God: ‘Heere als het zo moet, neem dan mijn ziel van mij, want het is mij beter te sterven dan te leven’. Met andere woorden: ‘Heere God, als het zo moet, dan wil ik niet meer leven’.
Juist deze God had hem het leven geschonken, toen hij in de diepte van de zee en het ingewand van de vis verbleef. Toen beleed Jona het zelf: ‘Het heil is des Heeren (Jona 2:9).’ Toch maakt God Jona geen verwijten. Hij stelt slechts één vraag: ‘Jona, ben je terecht boos op Mij?’
Gespreksvragen | Een barmhartig God
2. Lees Jona 4 vers 2b nog een keer. Het zijn best moeilijke woorden: genadig, barmhartig, lankmoedig en goedertieren.
a. Leg deze woorden aan elkaar uit. Doe dat in je eigen woorden.
b. Vraag aan anderen in de groep of ze iets willen aanvullen op je antwoord.
3. Een man is kerkelijk opgevoed. Toen hij nog jong was kreeg hij verkering met een onkerkelijk meisje. In het begin gingen ze samen nog naar de kerk. Later gingen ze niet meer. Na verloop van tijd gaat zijn vrouw weer naar de kerk. Zij komt tot geloof en doet belijdenis. Haar man is boos en zegt: ‘Jij krijgt het geloof zomaar, terwijl ik het niet heb. Ik ging toch jaren naar de kerk. Ik vind dit oneerlijk van God.’
a. Wat is de overeenkomst en het verschil tussen dit verhaaltje en Jona 4?
b. Is het waar wat deze man zegt: ‘Jij krijgt het geloof zomaar?’
c. Is God oneerlijk als Hij aan de ene mens het geloof schenkt en aan de andere niet?
Uitleg | Een gelijkenis
Jona antwoordt niet op de vraag van de Heere. Mokkend blijft hij zitten onder het afdak dat hij gemaakt heeft. Dan gaat de Heere Jona een les leren via een soort gelijkenis. Opnieuw ‘beschikt’ de Heere en gebruikt Hij de natuur. Hij laat een wonderboom groeien. Dat is een grote struik met grote bladeren, die veel schaduw geven. Jona is bijzonder blij met deze boom. Jona voelt zich helemaal blij (zie vers 6). Wat is de Heere God goed voor een zondig mens. Maar Jona denkt alleen aan zichzelf: als hij het zelf maar goed heeft. Dit, terwijl hij voor Ninevé juist de verwoesting wenst.
Door deze boom wil de Heere Jona een les leren. Opnieuw lezen we dat de Heere ‘beschikt’. Nu komt er een worm die de wortels van de boom opeet, waardoor de wonderboom verdort. Jona is zijn schaduw kwijt. Wonderlijk toch dat de Heere dingen in de natuur niet zomaar laat gebeuren, maar dat Hij via de natuur mensen een les wil leren.
De volgende morgen grijpt God opnieuw in. Nu beschikt Hij een warme oostenwind. Jona zit in de zon, in deze warme wind. Zie je het voor je: Jona zit bij een verdorde boom in de brandende zon en hij valt bijna flauw. Dan wordt Jona vreselijk boos en opnieuw zegt hij het: ‘Het is mij beter te sterven dan te leven.'
Gespreksvragen | Een gelijkenis
Hoofdstuk | Vers | Wat gebruikt de Heere uit de natuur? |
---|---|---|
Jona 1 | ||
Jona 1 | ||
Jona 4 | ||
Jona 4 | ||
Jona 4 |
b. Kan God je ook nu nog dingen via de natuur leren? Lees artikel 2 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis.
Uitleg | Een les voor Jona
Opnieuw spreekt de Heere en Hij probeert Jona na te laten denken over zijn situatie. Opnieuw klinkt de simpele vraag: ‘Is uw toorn billijk ontstoken over de wonderboom?’ Jona, ben je terecht boos over het feit dat die boom verdord is? Het doel van de Heere is om Jona te bekeren van zijn egoïstische standpunt. Maar Jona is alleen maar boos en verdriet en daarom antwoordt hij kribbig: ‘Ja, ik ben terecht boos, was ik maar dood.’
Dan zegt God: ‘Jona, denk eens even goed na, moet je zelf niet toegeven hoe dwaas en abnormaal jij op alles reageert? Jij vindt het zonde van die boom. Kun jij het niet begrijpen dat Ik het zonde zou vinden van Ninevé, van die grote stad, van al de inwoners – groot en klein – en van het al het vee in de stad, als die verwoest zou worden? Jona, je hebt medelijden met jezelf vanwege die boom, maar met die grote stad heb je geen medelijden, die zou je het liefst verwoest zien. Jona, wees eerlijk en belijd hoe boos jouw hart is en hoe goed Ik ben. Je weet immers dat Ik een ‘genadig en barmhartig God ben, lankmoedig en groot van goedertierenheid’.’
Gespreksvragen | Een les voor Jona
5. Aan het eind van het Bijbelboek komt er geen antwoord meer van Jona. Dat betekent dat God die vraag ook aan jou stelt.
a. Leg uit dat het Bijbelboek Jona een ‘boek van de barmhartigheid van God’ genoemd kan worden. Probeer in elk hoofdstuk van het Bijbelboek de barmhartigheid en genade van de Heere terug te vinden.
b. Ook nu zeggen sommige mensen dat God oneerlijk is omdat Hij (te) genadig is. Hoe moet je daarmee omgaan?
Stellingen
Aan deze ene knecht vana God (Jona), heeft God meer werk dan aan die duizenden inwoners van Ninevé.
Als de Heere al zoveel aandacht heeft voor het vee in Ninevé, dan is het onze taak om goed met Zijn schepping om te gaan.
Door Jona 4 leer ik dat ik slechter ben dan ik denk en dat God genadiger is dan ik denk.
Slotopdracht
Verdeel de zaal waarin je zit in twee helften. Het ene deel is het ‘eens’-kamp en het andere deel is het ‘oneens’-kamp. Hang in elk deel een blad met het woord ‘eens’ of ‘oneens’.
Behandel bovenstaande stellingen.
Als iemand het met een stelling eens is, gaat hij of zij in het ‘eens’-kamp staan. Is iemand het er mee oneens, dan gaat hij of zij in het ‘oneens’-kamp staan.
Vervolgens legt telkens een andere jongere uit waarom hij of zij (on)eens is met de stelling.