De twaalf gedenkstenen
Het volk Israël moest twaalf gedenkstenen plaatsen om zo hun kinderen te vertellen wat God voor hun volk gedaan heeft. In deze Bijbelstudie denk je na over de betekenis hiervan voor vandaag.
Begintekst
"God is geen man, dat Hij liegen zou, noch eens mensen kind, dat het Hem berouwen zou; zou Hij het zeggen, en niet doen, of spreken en niet bestendig maken?"
Numeri 23:19
Lezen
Startopdracht
De 12 gedenkstenen moest het volk van Israël plaatsen om zo hun kinderen te vertellen wat God voor hun volk gedaan heeft. We hebben allemaal eigenlijk wel gedenkstenen. Momenten waarop we Gods werk in ons leven hebben mogen ervaren. Misschien zijn het juist momenten waarop we ons des te meer bewust waren dat God in ons leven is. Kijk is terug in jouw leven: wat zijn punten waarop God in jouw leven heeft gewerkt? Schrijf deze momenten eens op een blaadje, en praat hier even met elkaar over door.
Na deze avond
- Weet je wat het belang van het volk van Israël in de Bijbel is.
- Weet je welke beloften God voor Zijn volk heeft.
- Begrijp je waarom gebed voor Israël nog steeds zo belangrijk is.
Intro
De Israëlieten zijn bij de Jordaan gekomen. De verspieders vertellen wat ze hebben gezien en vertellen ook dat ze er zeker van zijn dat de HEERE dit land in hun handen heeft gegeven.
Bijbelstudie: het water aan de kant
Jozua krijgt een opdracht van de HEERE; uit elke stam moet hij een man kiezen. Hij kiest twaalf grote sterke mannen en zegt: 'Jullie moeten straks allemaal een grote steen op je schouders tillen en meesjouwen naar de plaats waar we zullen overnachten. Ik zal je vertellen wanneer dat moet gebeuren en waar je die moet optillen. De Israëlieten hebben zich verzameld en kijken toe: de priesters dragen de ark met zich mee in de richting van de Jordaanoever. Het volk zal hen straks volgen, maar wel op afstand. Bij de Jordaan zetten de priesters zonder aarzelen hun voet op het water. Het wonder gebeurt: aan de ene kant blijft het water staan, aan de andere kant stroomt het weg. De bedding van de rivier wordt zichtbaar. De priesters lopen nu de droge rivier in en blijven
in het midden staan. Nadat de gedenkstenen geplaatst zijn het, iedereen overgestoken is en de laatste mensen net hun voeten op de kant hebben, verdwijnt het pad en loopt het water weer alsof er geen pad is geweest.
Gespreksvragen
- 'God maakt wegen waar geen wegen zijn' is een bekende uitspraak. Hoe breng je deze uitspraak in verband met deze geschiedenis? En is er een moment geweest in jouw leven waarop deze uitspraak van toepassing is? Bespreek dit met elkaar.
- De priesters zetten zonder aarzelen hun voet op het water. Ze vertrouwden dus dat God Zijn belofte waar zou maken, en dat ze aan de overkant zouden komen. Wat kunnen wij hiervan leren?
Bijbelstudieopdracht
- Bij de ark in het Oude Testament ligt de lijn naar de Heere Jezus, Hij is de ark van het behoud. Als je dit ziet in combinatie met de reis naar het beloofde land hoe kunnen we de ark dan zien? Hoe verwijst dit naar de Heere Jezus?
- Het water van de Jordaan wijkt pas, wanneer de priesters hun voeten in de Jordaan zetten, niet eerder. Wat zou God hiermee willen zeggen? Hoe kunnen we dit toepassen op ons eigen leven?
Bijbelstudie: de gedenkstenen
Nog voordat het gehele volk is overgestoken en het water van de Jordaan weer verder stroomt alsof er nooit een pad in de Jordaan is geweest, roept Jozua de twaalf mannen die hij eerder aanwees. De Heere heeft hem de opdracht gegeven om deze twaalf mannen allemaal één steen te laten pakken uit het midden van de Jordaan en om deze stenen in Gilgal op te stapelen als een teken ter nagedachtenis aan wat er op die plek is gebeurd. Een soort monument. Het zal een herinnering zijn aan wat hier gebeurd is. Als kinderen die stapel stenen zien, zullen ze vragen: 'Vader, moeder, wat betekenen die stenen?' Dan moeten hun ouders vertellen dat de Heere opnieuw een wonder deed toen het volk door de Jordaan is getrokken. Ze zullen vertellen hoe groot de Heere is, wat Hij voor hen heeft gedaan. Ze zullen vertellen dat de Heere altijd Zijn beloften houdt. Maar de inwoners van Kanaän zullen hier ook van horen; ze zullen dit monument zien en beseffen dat dit volk een sterke God heeft.
Gespreksvragen
- Bij de startopdracht hebben jullie twaalf momenten opgeschreven. Waarom was het belangrijk voor Israël, en ook voor ons, om hier bewust bij stil te staan?
- Noem eens een aantal 'monumenten' die voor anderen (bijv. niet-christenen) tot teken kunnen zijn dat God nog steeds werkt in de levens van mensen.
Bijbelstudieopdracht
- De stenen moesten worden opgestapeld in het land waar de afgoden gediend werden. Wat zou hier de achterliggende gedachte van kunnen zijn?
- In de Bijbel verzegelt God Zijn beloften altijd met een teken. Noem een aantal beloften, met daarbij de 'tekenen'. Bespreek ook eens met elkaar wat deze tekenen in deze situaties te zeggen hebben.
- In vers 6 en 21 lijkt op het eerste oog twee keer dezelfde vraag te worden gesteld, toch zit hier verschil in. Lees deze verzen nog eens.
- Wat valt jullie op?
- Wat zou de Heere met deze twee verschillende vragen bedoelen?
- Wat vraagt dit van de ouders van Israël?
- Wat vraagt dit van ons?
Zingen
Vers 2
De stammen, naar Gods naam genoemd,
Gaan derwaarts op; waar elk zich buigt
Naar d' ark, die van Gods gunst getuigt;
Waar elk Zijn naam belijdt en roemt;
Want d' achtb're zetel van 't gericht
Is daar voor Davids huis gesticht;
De rechterstoelen staan daar binnen.
Bidt, met een algemene stem,
Om vrede voor Jeruzalem.
Het ga hun wèl, die u beminnen.
Vers 3
Dat vreed', en aangename rust,
En milde zegen u verblij';
Dat welvaart in uw vesting zij,
In uw paleizen vreugd' en lust.
Om vriend en broed'ren spreek ik nu:
"De vrede zij en blijv' in u;
Nooit moet haar nijd of twist verkloeken;
Om 's HEEREN huis, in u gebouwd,
Waar onze God Zijn woning houdt,
Zal ik het goede voor u zoeken."
Israël, bron van hoop
Deze Bijbelstudie is gemaakt in het kader van de Landelijke actie voor Israël.