Deel 2 | Benauwdheid en verlossing

Printvriendelijke versie

Wat verstaat gij door de voorzienigheid Gods?

De almachtige en alomtegenwoordige kracht Gods, door welke Hij hemel en aarde, mitsgaders alle schepselen, gelijk als met Zijn hand nog onderhoudt, en alzo regeert, dat loof en gras, regen en droogte, vruchtbare en onvruchtbare jaren, gezondheid en krankheid, rijkdom en armoede, en alle dingen, niet bij geval, maar van Zijn Vaderlijke hand ons toekomen. (HC. Zondag 10)

 

Jan fietst door het bos en opeens merkt hij het: mijn voorband is lek. Zijn telefoon is hij vergeten mee te nemen. Er is niemand in de buurt. Jan weet niet wat hij moet doen en begint spontaan te vloeken.  

Marije fietst door de duinen. Ze moet nog een heel eind voordat ze thuis is, maar haar achterwiel hobbelt. Tien meter verderop stapt ze af. Ja hoor, een lekke band. De batterij van haar telefoon is leeg. Wat nu? Ze bidt God om hulp en vraagt of Hij wil geven dat er snel iemand langskomt met een telefoon.  

Ken je het spreekwoord ‘Nood leert bidden’? Klopt dat? Wanneer wel of wanneer niet? 

Bijbellezen

Bijbellezen

Jona 2

Startopdracht

Startopdracht

Doel: Nadenken over Gods weg in moeilijke situaties.  

Maak met elkaar een woordweb over ‘Gods voorzienigheid’. Als je ‘Gods voorzienigheid’ hoort, waar denk je dan aan?

Na deze avond...

Na deze avond...

1. weet je dat Jona in de vis weer gaat bidden en God hem verlost; 
2. besef je waarom het van levensbelang is, om in moeilijke tijden terug te kunnen vallen op de Heere en Zijn Woord;  
3. kun je de psalmen aanwijzen die bij Jona 2 passen.

Uitleg | In de diepte

Uitleg | In de diepte

Kun je je voorstellen hoe Jona zich voelt als hij overboord gaat? Waarschijnlijk is hij bang, beschaamd of onzeker. Wij weten dat de Heere voor een vis zorgt die Jona opslokt. Maar Jona weet dat nog niet! Verplaats je eens in zijn situatie. In hoofdstuk 1 lezen we dat Jona op allerlei manieren probeert de opdracht van de Heere te omzeilen. Tot de Heere Zelf ingrijpt en Hij Jona aan het denken zet.  

 

Als je het eerste vers van hoofdstuk 2 leest, vind je daar een heel andere Jona dan in hoofdstuk 1. In het eerste hoofdstuk weet hij niet hoe snel hij een manier moet vinden om niet naar Ninevé te hoeven gaan. In hoofdstuk 2 gebeurt echter iets wonderlijks. We lezen: ‘En Jona bad tot den HEERE zijn God’. De Heere grijpt in. Hij zorgt ervoor dat Jona weer gaat bidden. Jona wil God ontlopen, maar de Heere wil Jona wel gebruiken in Zijn dienst en brengt hem weer op zijn knieën.  

 

Voordat Jona echt naar Ninevé gaat, wil de Heere Jona nog een aantal lessen leren. Jona kan niet ongestraft zijn eigen weg blijven gaan. Hiervoor gebruikt de Heere een situatie die voor Jona aanvoelt alsof hij gaat sterven. Jona heeft het moeilijk en weet niet hoe het verder moet.  

Gespreksvragen | Uit de diepte

Gespreksvragen | Uit de diepte

1. 
a. Waarom wil de Heere Jona eerst nog het een en ander leren voordat hij naar Ninevé gaat? 
b. Waarom is het een wonder dat de Heere Jona niet afdankt door een andere profeet te roepen?  
c. De Heere gaat soms moeilijke wegen in het leven van mensen, om hen dichter bij Hem te brengen. Ken je dat ook in je eigen leven? Hoe ging dat? 
 
2. Denk met elkaar na over de volgende stellingen: 
  • Jona gaat alleen maar bidden omdat hij het heel erg moeilijk heeft.  
  • Als de Heere moeite in je leven brengt, doet Hij dat om je te straffen voor je zonden. 
 
 
Kerntekst

Kerntekst

'En hij zeide: Ik riep uit mijn benauwdheid tot den HEERE en Hij antwoordde mij; uit den buik des grafs schreide ik, en Gij hoordet mijn stem.' (Jona 2:2)

Uitleg | De Psalm van Jona

Uitleg | De Psalm van Jona

In tegenstelling tot de andere hoofdstukken van het boek Jona, is hoofdstuk 2 geen beschrijving van een gebeurtenis. In dit gedeelte kijk je Jona wel in zijn hart. Je zou het de Psalm van Jona kunnen noemen.  

Op het moment dat Jona in de buik van de vis terechtkomt, voelt het alsof hij verdrinkt. Om zijn hoofd zit zeewier en Jona heeft het gevoel dat hij, in de buik van de vis, in het graf terecht is gekomen. Jona voelt zich verstoten, maar toch gelooft hij dat hij door de Heere gered zal worden. Hij weet ook dat Hij de goedheid van de Heere niet verdient. Dat laat hij zien in vers 4 met het woordje ‘nochtans’. Tegelijkertijd spreekt dit van zijn vertrouwen op uitredding door de Heere.  

Probeer het je eens in te denken. Heb je het wel eens benauwd? Het gevoel dat iemand je keel dichtknijpt, waardoor je niet meer kunt ademhalen en dreigt te stikken? Zo voelt Jona zich. Lees maar mee in vers 6. Daar komt een keerpunt in Jona’s Psalm. Hij weet het niet, hij kan zichzelf niet redden, maar wat een wonder: hij heeft een Helper! We lezen: ‘Maar Gij hebt mijn leven uit het verderf opgevoerd, o HEERE mijn God’. Jona, die eerst bij God vandaan loopt, kan nu niet anders dan teruggaan naar God. Wat blijkt nu? De Heere stuurt Jona niet weg, zelfs niet na zijn ongehoorzaamheid. In de buik van de vis hoort de Heere naar Jona. Hij zorgt ervoor dat Jona Hem nodig krijgt en Hem gaat danken!  

Jona komt in het vervolg van zijn Psalm woorden tekort om de Heere te danken voor Wie Hij is en voor wat Hij doet. Denk je dit eens in: Jona zit op dit moment nog in de vis! Pas na zijn loflied op Gods grootheid en goedheid, spuugt de vis Jona uit op het land. Dat maakt het wonder nog groter. Jona looft en dankt God middenin zijn moeilijke omstandigheden. Begrijp jij dat? Kun jij de Heere loven middenin allerlei verdriet en zorgen?  

Ja, dat is mogelijk, maar alleen als je de les van Jona leert. Hij leert een diepe les, zodat hij daarna weer boodschapper van God kan zijn. De Heere ziet de zonde van Jona niet door de vingers. Jouw zonden ook niet. Zoals Jona weer bij de Heere moet uitkomen voordat hij verder kan reizen, zo moet jij ook bij Hem uitkomen. Hij biedt je vergeving aan van jouw zonden. Let eens goed op! Jona ervaart in de vis hoe het is om van God verlaten te zijn, maar hij wordt door God gered. De Heere Jezus wordt eeuwen later op Golgotha ook van God verlaten. Voor Hem is er geen Redder. Waarom niet? Opdat Hij jouw Redder kan zijn en jou kan verlossen van je (zonde)schuld. Ken jij de Heere Jezus al als jouw Redder? Dan kun je, ondanks je moeilijke omstandigheden, met Jona God loven en danken. 

Gespreksvragen | De Psalm van Jona

Gespreksvragen | De Psalm van Jona

4. Jona leert in de vis een diepe les. 

a. Waarom kan Jona God al in de vis loven en danken, terwijl hij nog niet uit de vis verlost is? 

b. De Heere Jezus is door Zijn Vader verlaten op Golgotha. Waarom? Wat betekent dat voor jou?

 

Opdracht + gespreksvraag

Opdracht + gespreksvraag

5.  

a. Zoek de onderstaande gedeelten uit de Psalm van Jona en de diverse andere Psalmen bij elkaar (bij sommige verzen uit Jona passen meer Psalmen).  

b. Bespreek met elkaar, welke Psalm jou het meest aanspreekt en waarom. 

Jona 2 : 2A 

Jona 2 : 2B 

Jona 2 : 3A 

Jona 2 : 3B 

Jona 2 : 4A 

Jona 2 : 4B 

Jona 2 : 5A 

Jona 2 : 6B 

Jona 2 : 7A 

Jona 2 : 8A 

Jona 2 : 9A 

Jona 2 : 9C 

Kies uit: Psalm 18:7, Psalm 69:2-3, Psalm 5:8, Psalm 120:1, Psalm 30:4, Psalm 88:7-8, Psalm 103:4, Psalm 31:7, Psalm 3:9, Psalm 116: 17, Psalm 37:39, Psalm 56:14, Psalm 50:14 en 23, Psalm 42:8, Psalm 31:23, Psalm 49:16, Psalm 107:6, Psalm 142:3-4, Psalm 69:31, Psalm 107:22 

Slotopdracht

Slotopdracht

Zoek in een groepje van 3 of 4 naar 6 kernwoorden, die aangeven waar het volgens jullie in Jona 2 om gaat. Schrijf deze woorden op een leeg A-4 met behulp van handlettering. 

Deel 3 | Oordeel en barmhartigheid

Bijbelstudiemateriaal 16+

Vorige Volgende