Bijbelgedeelte

Lees met elkaar: Mattheus 7:13-29

Zingen

Zing met elkaar enkele van deze psalmen of liederen:  

Psalm 1:1, en Psalm 119:49.

Welzalig de man die niet wandelt (Gele zangbundel lied 182)

Startopdracht

Doel: Ontdekken wat je al weet over het onderwerp.
Nodig: A3-papier/flipover-vellen, stiften.
Instructie: Verdeel de vellen in 6 kolommen. Je kunt het ook verdelen over twee vellen met 3 kolommen. Schrijf boven elke kolom een term: Brede weg, smalle weg, valse profeet, ware profeet, geloof, bekering. Schijf in elke kolom op waar je aan denkt bij de term die boven de kolom staat. Hang de vellen op, zodat ze in de slotopdracht weer gebruikt kunnen worden.

Na deze avond...

Weet je: dat het volgen van de Heere Jezus niet altijd makkelijk is.
Besef je: dat de Heere naast geloof ook gehoorzaamheid van je vraagt.
Kun je: de verschillen tussen ware en valse profeten benoemen.

Kerntekst

Mattheus 7:14a: ‘Want de poort is eng en de weg is nauw die tot het leven leidt.’

De brede en de smalle weg

‘Zalig zijn…’ Zo begon de Heere Jezus Zijn Bergrede. Je kunt je misschien wel voorstellen dat de discipelen ademloos hebben geluisterd. De Heere Jezus heeft duidelijk gemaakt hoe het leven met de Heere is. Dit is het doen van de wet, uit liefde tot God. Niet om gezien te worden door anderen, maar in het verborgen.

Zo komt Jezus aan het einde van Zijn preek. In een preek wordt altijd opgeroepen tot bekering. Dit doet Jezus ook: ‘Gaat in door de enge poort;’ (Mattheüs 7:13). Je moet een smal poortje door. Niet die brede, de wijde poort, waar je makkelijk doorheen komt. Ook niet die brede weg: vijfbaans, dat gaat makkelijk! Geen files, ruimte genoeg, je hoeft amper op te letten. Nee, neem die niet! De brede weg en de wijde poort leiden tot het verderf!

Het beeld van wegen die ergens heenleiden is niet nieuw voor de hoorders. Ze kennen het uit Psalm 1:6: De weg der rechtvaardigen tegenover de weg der goddelozen. Ook in Deuteronomium 30:16 roept Mozes het volk in de woestijn op om in de wegen van de HEERE te wandelen. Wat dat inhoudt? De Heere dienen en liefhebben, en dus ook zijn geboden houden. De weg van de Heere is de weg die naar het leven leidt. Naar het eeuwige leven! ‘Maar,’ zegt Jezus, ‘de poort is eng en de weg is nauw, die tot het leven leidt.’ (Mattheüs 7:14). Een smal, krap poortje, dat je snel over het hoofd ziet en waar je je doorheen moet wurmen. Ook de weg is nauw. Je zou kunnen zeggen: benauwd. Misschien een smal bergpaadje met aan weerszijden ravijnen. Voetje voor voetje, heel voorzichtig, moet je die weg gaan. Of een paadje met aan de ene kant een hoge rotswand en aan de andere kant gaapt de afgrond. Eén misstap….

Het is geen makkelijke weg die naar het leven leidt. Jezus begint gelijk een belangrijk gevaar te benoemen: valse profeten! Ze bevinden zich in de gemeente. Tussen de schapen van de kudde van de Goede Herder, maar het zijn wolven, verkleed als schapen! Het zijn mensen die zich voordoen als christen, maar die het niet zijn. Dat is schrikken! Hoe herken je ze dan? ‘Aan hun vruchten,’ zegt de Heere Jezus. Kijk naar hun leven. Is dat hoe een christen hoort te leven? Leven ze volgens de geboden van God? Leven ze uit liefde tot God en de naasten?

Dat is soms moeilijk te zien, hoor! We lezen in vers 22 dat ze zelfs profeteren, duivelen uitwerpen en krachten doen in de Naam van de Heere. Toch worden ze verstoten door de Heere, omdat ze ‘ongerechtigheid werken’. Dat betekent dat ze nalaten anderen de geboden voor te houden. Eigenlijk zeggen ze: ‘Via de brede weg kom je er ook wel. Het leven met de Heere is makkelijk! Kom zoals je bent en blijf wie je bent. We zijn vrijgemaakt door Jezus, dus doe wat je wilt! De wet is vervuld door Christus, dus neem het niet te nauw.’ Ze vertellen de mensen wat ze willen horen. Maar de Heere Jezus zegt, nadat Hij in de Bergrede de wet nog eens extra heeft aangescherpt: wacht je voor die valse profeten, voor de mensen die dat zeggen!

Gespreksvragen

1. Loop je op de brede of de smalle weg? Waarom denk je dat?
2. Hoe ziet het leven op de brede weg eruit? Noem eens wat zonden die bij het wandelen op de brede weg horen.
3. Hoe ziet het leven op de smalle weg eruit? Hoe herken je mensen die op de smalle weg lopen?
4. Waarom is het volgen van de Heere Jezus niet altijd makkelijk? Kun je nog meer gevaren noemen die je op de smalle weg tegenkomt?
5. Hoe kun je valse profeten in deze tijd herkennen? Wat moet je weten om ze te herkennen?
6. Herken je de omschrijving van valse profeten hierboven? Ken je mensen die een valse leer verkondigen? Waarom is het een valse leer? Houd de Bijbel ernaast!

Op de rots of op het zand

Het klinkt allemaal nogal doenerig, toch? De wet houden, de smalle weg bewandelen… En als we terugkijken naar de intro, lijkt dit niet op de ontdekking van Luther. De hele Bergrede staat in het teken van het houden van de wet en nergens gaat het over het geloof. De Heere Jezus zegt zelfs: ‘Een iegelijk dan, die deze Mijn woorden hoort en dezelve doet, dien zal Ik vergelijken bij een voorzichtig man.’ Horen en doen. Niet horen en geloven. Maar de woorden dóén die Jezus de voorgaande hoofdstukken heeft geleerd.

Het is belangrijk om de Bijbel in zijn geheel te lezen. Paulus heeft gelijk als hij zegt dat de rechtvaardige uit het geloof zal leven. Het is allemaal genade. Uit genade en door het geloof wordt de mens gerechtvaardigd. Maar dan? Als de mens gerechtvaardigd is? Stopt het dan? Nee, gelovigen, discipelen van de Heere Jezus, willen niets anders dan Hem dienen. Hij is Koning geworden over hun leven en ze willen nu doen wat Hij van hen vraagt. Ze willen de wet van God volgen. Hun leven met de Heere moet dus blijken uit hun leven. Ze zijn een zoutend zout en een lichtend licht. Ze doen alles uit liefde tot God en hun naasten. Ze zijn als een man die een huis bouwt en het stevig vastmetselt op een rots. Als dan de storm, het oordeel, komt, blijft hun huis staan. Ze worden rechtvaardig bevonden door de Rechter.

Iemand die de woorden van Jezus niet doet, is juist als een man die zijn huis op zand zet. Op zich geen probleem in het oude Israël. Dat deed iedereen, dus het valt niet op. Maar als eenmaal de storm tegenaan slaat, het oordeel van God komt, dan blijkt het niet te blijven staan. Er was geen oprecht volgen van de Heere Jezus. Hij deed niet wat de Heere Jezus van Hem vraagt.

Zo zie je dat bij geloof ook bekering nodig is. Je kunt in de Heere Jezus geloven en zelfs geloven dat Hij je zonden heeft vergeven. Dat is zeker nodig! Zonder dat kun je niet leven. Maar bekeer je je ook van je zonden? Is je leven radicaal veranderd? Ben je opnieuw geboren en ben je een nieuw leven gaan leven? Of vind je dat allemaal te ver gaan? Vind je die weg die naar het leven leidt, toch te smal? Misschien raak je hierdoor wel ontmoedigd. 'Dit lukt me niet!’ denk je misschien wel. Gelukkig hoeft het niet alleen. De Heilige Geest geeft een vernieuwde wil, waardoor een gelovige steeds meer voor God wil leven. Het leven met de Heere is een leven uit genade.

Gespreksvragen

1. Praat samen eens door over de verhouding geloof-bekering. Wat is het verschil? Kan het zonder elkaar? Waarom wel/niet? Wat betekent dat nu in jouw leven?
2. Wat nu, als je de Heere wil dienen, maar je doet steeds weer zonden? Ben je dan niet zalig?

Stelling

‘Als je Jezus aangenomen hebt, hoef je niet meer te strijden tegen de zonden.’

Bidden

Suggesties om voor te bidden vanuit het Bijbelgedeelte of thema:

• Bid voor waakzaamheid, zodat je niet in de verleidelijke leer van een valse profeet trapt.
• Bid of God je wil helpen de Heere Jezus te volgen.
• Bid of God jouw zonden aan je wil laten zien, zodat je je daarvan kunt bekeren.
• Bid om volharding om op de smalle weg te blijven lopen.

Slotopdracht

Verdeel de groep in vier groepen. Beantwoord de vragen die voor jouw groepje gelden. Neem daar ongeveer 10 minuten voor. Presenteer in ongeveer 5 minuten de antwoorden aan de andere groepjes in een mooi lopend verhaal. Dus je leest niet alleen de antwoorden voor, maar het wordt een pakkende presentatie.

Groep 1: Pak de vellen papier van de startopdracht er weer bij.

• Kunnen de kolommen aangevuld worden?
• Wat klopt er niet meer nadat je de Bijbelstudie hebt gedaan? Waarom klopt het niet?

Groep 2: Pak de Heidelberger Catechismus, zondag 32 erbij.

• Wat wordt er gezegd over Christus?
• Wat wordt er gezegd over de Heilige Geest?
• Wat wordt er gezegd over geloof?
• Wat wordt er gezegd over bekering?
• Hoe worden goede werken genoemd? Wat zijn de gevolgen daarvan?

Groep 3: Pak de Nederlandse geloofsbelijdenis artikel 24 erbij. Richt je vooral op de eerste helft.

• Wat wordt er gezegd over Christus?
• Wat wordt er gezegd over de Heilige Geest?
• Wat wordt er gezegd over geloof?

Groep 4: Pak de Nederlandse Geloofsbelijdenis artikel 24 erbij. Richt je vooral op de tweede helft.

• Waar komen goede werken vandaan?
• Wat verdien je niet met goede werken?
• Hoe worden goede werken wel beloond?
• Waar ‘gronden wij onze zaligheid’ op?

Uit de belijdenisgeschriften

Heidelberger Catechismus, zondag 32
https://www.online-bijbel.nl/catechismus/zondag/32/

Nederlandse Geloofsbelijdenis artikel 24
https://www.nederlandse-geloofsbelijdenis.nl/artikel-24

Begrippen

Je komt in dit gedeelte het begrip 'verderf’ tegen. Je kunt ook zeggen 'hel, eeuwige dood’. Hiermee wordt bedoeld dat de brede weg naar de hel, naar de eeuwige dood leidt. Als je op de brede weg blijft lopen zul je voor eeuwig verloren gaan.

Je komt in dit gedeelte het begrip ‘Koninkrijk der hemelen’ tegen. Je kunt ook zeggen Koninkrijk van God. Hiermee wordt bedoeld dat God regeert. Hij is Koning over een Koninkrijk. Dit Koninkrijk is het Koninkrijk der hemelen of Koninkrijk van God. Wie inwoner is van dit Koninkrijk, een dienaar van God de Koning, zal eeuwig leven. Naar dat eeuwige leven leidt de smalle weg.