Vrouw, zie, uw zoon (...) Zie, uw moeder.
Zie je ze daar staan, die mensen kijkend naar de drie kruizen? Wat ze daar zien, waarom ze daar staan? Sommigen zijn gekomen uit nieuwsgierigheid; je kent dat wel, van die mensen die er altijd zijn als ergens een opstootje is of als er iets gebeurd is. Anderen staan er met een doel; ze hebben hier een taak; ze moeten de orde bewaren en straks de lichamen van de kruizen laten halen. Weer anderen staan er omdat ze één van de moordenaars kennen. Hoe heftig is dat; je bent familie van één van hen of je was ooit bevriend met één van hen of je staat daar omdat je familie was van degene die vermoord is en je ziet nu hoe er recht gedaan wordt; oog om oog, tand om tand.