Zonde en genade
Zonde en genade,... zo’n heel herkenbare combinatie; zoiets als goed en slecht, mooi en lelijk, leven en dood.
En toch niet, let maar eens op de volgorde: bij de drie voorbeelden in de zin hierboven gaat het om positief en negatief, maar bij zonde en genade is dat precies omgekeerd; negatief en positief. Als we het omdraaien klinkt het ook raar, niet vertrouwd: genade en zonde…
En toch doe ik het om je even wakker te schudden en je te wijzen op het feit dat wij zo gewend zijn aan deze combinatie dat de meesten van ons er niet meer van wakker liggen; letterlijk niet. Zo is het nu eenmaal, je hebt het al zo vaak gehoord: in zonde ontvangen en geboren; je hebt Gods genade nodig voor je sterft. Je draait je nog eens om en slaapt verder: letterlijk en figuurlijk. Raakt het je nog wel? Te weten dat je niet kunt sterven voordat je persoonlijk weet dat Christus je zonden vergeven heeft? Dat hij de kruisdood stief, voor zondaren zoals jij en nu, na zijn hemelvaart, aan de rechterhand van Zijn Vader voor jou bidt?
Ik heb nog een 2e reden om het om te draaien: het genadeverbond, waarvan Christus het Verbondshoofd is, is al van eeuwigheid gesloten. Voordat Adam zondigde en daarmee het werkverbond verbrak, had Christus Zijn toezegging al gedaan. Hij voor ons, daar wij anders de eeuwige dood moeten sterven. Wat een wonder! Dat verklaart ook dat God Adam en Eva zocht, toen zij zich verstopt hadden. Dat verklaart ook dat Hij nog de Eerste is, Die zondige mensen opzoekt en hen Zijn genade biedt.
Doe het niet, laat je wakker schudden; hang het boven je bed, plak een post-it in je Bijbel, schrijf het op de spiegel: GENADE Gods, oneindig groot!
Slaap je nu nog verder, nu Hij Zich aanbiedt, ook aan jou? Doe het niet, laat je wakker schudden; hang het boven je bed, plak een post-it in je Bijbel, schrijf het op de spiegel: GENADE Gods, oneindig groot!