Verbinding (verbroken)?!
Op 6 juni 2020 hield dr. W. van Vlastuin een lezing tijdens het online event over het belang van de kerkelijke gemeente. In deze tijd van coronacrisis kunnen niet of nauwelijks naar de kerk, kennen we het verlangen om weer te gaan? Wat is eigenlijk de meerwaarde van het naar de kerk gaan?
Davids verlangen
We hebben samen gelezen uit Psalm 84 en je zult ongetwijfeld de berijmde woorden daarvan kennen.
Hoe lief'lijk, hoe vol heilgenot,
O HEER, der legerscharen God,
Zijn mij Uw huis en tempelzangen!
Hoe branden mijn genegenheên,
Om 's HEEREN voorhof in te treên!
Mijn ziel bezwijkt van sterk verlangen;
Mijn hart roept uit tot God, Die leeft,
En aan mijn ziel het leven geeft.
Wat proeven wij in deze psalm? Dat er een brandend heimwee is naar de tempel, naar de offers, naar de aanwezigheid van God in Zijn huis. Psalm 84 het tweede vers zingt er ook van dat de mussen in het heiligdom dichterbij Gods altaren zijn dan de dichter David. Want David zegt dit als hij niet in de tempel kan komen. En dan voelt hij wat hij mist omdat hij niet in het huis van God kan komen. Je kent ook wel dat vijfde vers van Psalm 84; één dag is in Uw huis mij meer dan duizend waar ik U ontbeer. Ik was liever in het huis van mijn Verbondsgod een dorpelwachter dan een hele tijd in de tent van de bozen, waar geen voedsel voor de ziel is te krijgen.
Dit is maar één voorbeeld uit de psalmen. Als je er een beetje over nadenkt, komen er heel veel andere psalmen naar boven die eigenlijk dezelfde grondtoon hebben en in dezelfde situatie geboren zijn. Denk aan Psalm 42: Zoals een hert schreeuwt naar de waterstromen, zo schreeuwt mijn ziel tot u o God. Weet je dat David deze psalm ook dicht in een situatie dat hij niet naar Gods huis kan gaan? Als hij zegt: ‘Mijn ziel verlangt naar de Heere’, dan komt ook in zijn gedachten dat hij feest hield met Gods feestvierende menigte, met de blijde scharen, en dat hij niet naar de tent van samenkomst kan. Of Psalm 63, het is voor hem een woestijn om niet naar Gods huis te kunnen gaan: ‘Mijn ziel en lichaam hijgen naar U.’ Dat zijn de situaties dat David moest vluchten, in het bijzonder voor zijn schoonvader Saul. Hij kon daardoor niet in het heiligdom komen en hij merkt wat dat heiligdom voor hem betekent. In zijn ziel zien we dat diepe verlangen om God te ontmoeten in Zijn huis. Dit laat ons zien dat het huis van God, de omgang met God en de ontmoeting met God voor David samenvallen. De verbinding met God is voor David heel sterk verbonden aan het heiligdom. Dit is ook de plaats waar de offers worden gebracht.
De verbinding met God is voor David heel sterk verbonden aan het heiligdom.
Een goede preek
Even een zijpaadje; denk aan de Joden vandaag, orthodoxe Joden die niet naar de tempel kunnen gaan, die kunnen geen offers brengen, die een heleboel wetten van Leviticus niet volbrengen, omdat er geen tempel bestaat. Kun je je een beetje voorstellen wat er in de harten van die orthodoxe Joden omgaat als zij wel de Thora lezen, de vijf boeken van Mozes en dat inprenten, inscherpen en zich dat eigen maken? Dat is allemaal ter voorbereiding op een dag dat er nog eens een tempel zal zijn, de offers weer zullen roken en alle wetten uit Leviticus weer gehouden kunnen worden.
Als ik dit voorbeeld noem dan denk jij natuurlijk tegelijkertijd: ‘Ja maar de Joden hebben het niet begrepen, want de tempel is toch tot zijn vervulling gekomen? Het voorhangsel is gescheurd van boven naar beneden. Daarmee heeft de Heere duidelijk gemaakt, dat er helemaal geen bloed meer hoeft te vloeien, dat hét offer is gebracht en dat er een toegang is tot de troon van Gods genade en dat we helemaal niet meer afhankelijk zijn van Jeruzalem! De Joden vergissen zich!’
Je hebt gelijk. Maar wat betekent dat voor jou? Wat betekent dat voor Psalm 84, 63 en 42? En voor Psalm 122 die ten gehore is gebracht? Over dat verlangen naar Jeruzalem? Kun je dat niet toepassen op de kerk? Stel je voor, even een extreme reactionaire gedachte, naar aanleiding van het besef dat de tempeldienst tot zijn vervulling gekomen is in de Persoon en het werk van de Heere Jezus Christus. We zijn dus niet meer gebonden aan Jeruzalem, waar gaat het dan vandaag alleen om?
Het gaat vandaag natuurlijk alleen maar om het geloof dat uit het gehoor is en dat gehoor is een goede preek. Dus waar het vandaag om gaat is dat je een hele goede preek krijgt. Dat gebruikt de Heilige Geest om mij persoonlijk te bekeren. Om mij in een persoonlijke relatie met God te brengen en te bewaren. Dus als het geloof uit het gehoor is, heb ik eigenlijk niets anders nodig dan een goede preek. Maar ja, een goede preek, die kan je overal halen. Kijk, misschien moest je voor de coronatijd nog 100 kilometer rijden om bij een goede preek te komen. Maar vandaag ga je in je kamer zitten, je struint internet af en je kunt in binnen- en buitenland overal hele goede preken vinden. Misschien wel betere preken dan van je eigen plaatselijke dominee. Preken die veel fijner zijn, preken die veel meer schriftuitleg geven, preken die veel dieper gaan, die veel geestelijker zijn, die veel meer aanspreken, die boeiend zijn. Waarom zou je niet, als je in de huiskamer zit de eredienst en je eigen gemeente voorbijgaan, een poosje scrollen en zo proberen de beste preek te krijgen die maar te vinden is? Het gaat tenslotte om datgene wat jij van de Bijbel hoort. De informatie die jij krijgt over God.
Privéchristen
Als ik dit zo zeg, denk ik tegelijk aan de christenen die in een situatie zitten van lijden en verdrukking. Denk bijvoorbeeld aan christenen in Noord-Korea. Weet je dat die christenen met gevaar voor hun eigen leven samenkomen om toch het gemeentezijn te beoefenen? Soms maar drie tegelijk of soms met vijf mensen tegelijk. Ze zijn buitengewoon voorzichtig, er zijn extreem hoge risico’s. Maar toch getroosten zij zich al die gevaren om toch maar samen te zijn als een hele kleine, prille gemeente. Eigenlijk zijn die mensen toch een beetje dom? Waarom doen ze zo moeilijk? Als het er alleen om gaat dat jij een goede preek hoort en dat je door een goede preek in relatie met God staat op een hele persoonlijke manier, dan hoef je toch die risico’s niet te lopen? Dan kan je toch heel persoonlijk in de Bijbel lezen? Of je zoekt daar ook op internet naar een goede preek? Of je probeert buiten internet om, dat het niet getraceerd kan worden, maar op een andere manier via een mp3-speler of iets anders een goede preek te bemachtigen. Die ga je in je eentje luisteren, desnoods op het toilet, je doet de deur op slot met een headset op en dan merkt niemand het en kun jij persoonlijk in relatie staan met God. Daar heb je helemaal geen gemeente voor nodig. Daar heb je helemaal geen medechristenen voor nodig. Je hoeft eigenlijk helemaal niet samen te komen. Je kunt heel goed privéchristen zijn. Hoe zou het komen dat wij soms het idee hebben dat het christenzijn iets privés is? Dat het helemaal niet zo belangrijk is om samen te komen? Dat het alleen gaat om die hele goede preek? Daar zitten een paar gedachten achter.
Weet je dat die christenen met gevaar voor hun eigen leven samenkomen om toch het gemeentezijn te beoefenen?
Daar zit onder andere de gedacht achter wat is de gemeente eigenlijk? Een gemeente is eigenlijk niets. Een gemeente is een optelsom van mensen. Een optelsom van bekeerde en onbekeerde mensen en die gaan luisteren naar de preek. Dat is het enige wat telt en wat belangrijk is. Dan heb je in de eredienst natuurlijk het votum, daar begint het mee, je hebt de groet, het zingen, de wetslezing, de geloofsbelijdenis en de gebeden. Is dat eigenlijk allemaal niet een beetje ballast? Eigenlijk begint de dienst toch pas als de preek begint? Dat eerste half uur van de dienst, dat hoort er nu eenmaal bij, we hebben die tradities en die rituelen, dat doen we dan elke keer maar weer. Maar eigenlijk moet je pas gaan zitten en je aandacht er echt bij hebben als de preek begint. Dan moet je je aandacht er inderdaad bij hebben, dan moet je hoofd op scherp staan. Je krijgt dan informatie over God. Als dat dan goed opgeslagen is in je hoofd, dan kom je thuis en dan zou de Heilige Geest met datgene wat in je hoofd zit, iets kunnen doen om het in je hart te kunnen brengen. In je binnenkamer gebeurt dan het machtige heilgeheim van bekering, van de nieuwe geboorte, van berouw over je zonde en kennis van de Heere Jezus Christus en het verlangen om voor God te leven.
Is dat de kern van het christelijk leven? Een privérelatie met God. De Bijbel die informatie geeft over God. We gaan naar de kerk voor een info-take-away: Informatie over God en over bekering. Dat is de manier waarop je naar de kerk gaat en ‘that’s all’! Je hebt al een beetje aangevoeld dat we die weg niet op moeten. Maar wat moeten we daar dan tegenover zetten? Hoe zou je vanuit de Bijbel denken over de gemeente? Hoe zou je vanuit de Bijbel denken over het elke zondag samenzijn als we luisteren naar het Woord van God? Maar ook als we zingen, als we onze gaven geven en als de zegen op de gemeente wordt gelegd. Wat is dat eigenlijk?
De bruid en Bruidegom
Er zijn in de Bijbel heel veel beelden voor. Ik pik er een beeld uit vanavond, dat is het beeld van de bruid. De gemeente is de bruid van de Heere Jezus Christus. De Heere Jezus is de Bruidegom. Wat is dan het samenzijn van de gemeente? Dat is het samenzijn van Bruidegom en bruid. Aan de bruidsgemeente zit een buitenkant en een binnenkant. Net als in een huwelijk. Ik ben getrouwd, ik heb een ring om, dat is een uiterlijk teken dat ik getrouwd ben. Ik woon in een huis samen met mijn vrouw, dat is ook de buitenkant van het huwelijk wat wij samen hebben. Zo zit er aan de bruidsgemeente van Jezus Christus ook een buitenkant, dat is het samenkomen van de gemeente, dat is de zichtbare uiterlijke doop en het zichtbare waarneembare Avondmaal. Deze dingen behoren bij de buitenkant van die bruidsgemeente.
Er zit natuurlijk ook een binnenkant aan, dat kun je aan de buitenkant niet zien. Je kunt in mijn hart niet zien, welke liefde ik heb voor mijn vrouw. Zo kan je ook aan de buitenkant van een christen en gemeente niet zien wat er in de harten van die christenen leeft. Maar de binnenkant van die bruidsgemeente bestaat wel. Daar is berouw, hartelijke berouw omdat je ontrouw bent geweest aan de hemelse Bruidegom. Je hebt overspel gepleegd. Dat geeft toch verbrokenheid, pijn en bitterheid in je hart? Dat is de onzichtbare binnenkant. Daar hoort natuurlijk ook liefde bij. Het brandende verlangen van Psalm 84 om bij je Bruidegom te zijn. Daar hoort ook het levende geloof bij. Leven uit het Woord van Hem en vertrouwen op Hem; ik roem in God, ik prijs het onfeilbare Woord en ik heb het zelf uit Zijn mond, de mond van de Bruidegom, gehoord! Verlangen hoort daarbij, verlangen om er helemaal voor die ander te zijn. Lijdzaamheid in het lijden en matigheid in tijden van luxe horen er ook bij.
Dit zijn allemaal gevoelens en ervaringen; de kracht van de Heilige Geest in het hart van de bruid. Het zit allemaal aan de binnenkant, je kunt het zo aan de buitenkant niet zien. Er zit ook vreugde in, de dienst van God is een liefdedienst, waar nog nooit iemand verdriet van heeft gekregen. Als je een levend lid bent van die bruidsgemeente, dan mag je ook zeggen; Heere, ik vind al mijn blijdschap in U alleen, daar strekt zich al mijn lust, al mijn verlangen naar uit! Om U te kennen en in relatie met U te staan, intiem met U te mogen zijn. Uw liefde te mogen proeven en smaken en me zo aan U toe te wijden, me de hele dag in U te verheugen. Dat ik Uw vriendelijk aangezicht mag zien, wat vrolijkheid heeft en licht en dat troost verspreidt te midden van de smarten.
Ik haast me om te zeggen dat er in de bruidsgemeente van de Heere Jezus Christus levende en helaas ook dode leden zitten. Die zitten wel in dat lichaam van de Heere Jezus, in de bruidsgemeente van de Heere Jezus, maar ze hobbelen eigenlijk maar een beetje mee. Ze hebben geen persoonlijke relatie met de hemelse Bruidegom. Ze leven eigenlijk voor zichzelf. Misschien ben jij dat wel? Misschien hink je nog op twee gedachten? Je draagt de naam van een christen, maar je leeft niet voor Christus, je leeft voor jezelf. Je gaat je eigen gang, je probeert Hem misschien een beetje te vriend te houden, maar je hebt geen echte overgave aan Hem alleen.
Dat is de bruidsgemeente. Stel dat ik zou zeggen: ‘Ik ben getrouwd, ik heb een goed huwelijk, maar verder is het natuurlijk niet nodig dat ik bij mijn bruid ben. Nee, contact kan ook via Whatsapp, dan kunnen we ook allerlei dingen uitwisselen. Dan weet ik ook wat mijn vrouw nodig heeft, wat ze denkt en wat ze wil. Maar het is niet nodig dat je samen bent.’ Stel je voor dat ik dat zo zou zeggen, dan zou je toch tegen mij zeggen: ‘Dat is wel een hele merkwaardige gang van zaken! Pas dat eens toe op de gemeente? Stel je nu eens voor dat er christenen zijn die zeggen: ‘Nou ja die eredienst op zondag is niet echt nodig. Het gaat alleen om die goede preek en die kan ik van internet afplukken, daar heb ik helemaal geen ontmoeting met de Bruidegom in de eredienst, in de gemeente voor nodig.’
De Heere Jezus in het midden
Luister eens naar de woorden van de Heere Jezus. Hij zegt: ‘Waar twee of drie in Mijn Naam vergaderd zijn, daar ben Ik in het midden.’ Dus in het samenzijn, als gemeente, als bruid van de Bruidegom, daar ben Ik in het midden. De Heere Jezus is overal, Hij vervult de hemel en de aarde. En toch zegt Hij dat Hij in het midden van die gemeente aanwezig is. Daar is Hij op een bijzondere manier aanwezig. Daar is Hij aanwezig door middel van Zijn Woord en Zijn Heilige Geest. Dat wordt ook ervaren. Als je een levend lid bent van de bruidsgemeente van de Heere Jezus Christus, voel je iets van de aanwezigheid van de Heere Jezus, door Zijn Woord en Geest, in het samenzijn met de gemeente.
Dan is het samenzijn met de gemeente op zondag niet zomaar een neutrale samenkomst en een plaats waar je een hele goede preek tot je krijgt. Nee, de hele dienst en de hele preek gaan van karakter veranderen. Die preek is niet alleen info over God, maar het is veel meer. Wat is dan de preek? Als je luistert naar de preek, dan luister je niet naar spreken over God, maar je luistert naar het spreken van God! Voel je het buitengewoon bijzondere van de eredienst en samenzijn van de gemeente in de Naam van de Heere Jezus Christus? Als Hij de groet uitspreekt door middel van Zijn dienaar aan het begin van de dienst, groet Jezus je persoonlijk met de Vader en met de Heilige Geest. Onze hulp is van de Heere Die de hemel en de aarde heeft geschapen, Die nooit laat varen het werk van Zijn handen, dat is het votum. Voel je het bijzondere, dat je dan op heilige grond staat?
Als je een levend lid bent van de bruidsgemeente van de Heere Jezus Christus, voel je iets van de aanwezigheid van de Heere Jezus, door Zijn Woord en Geest, in het samenzijn met de gemeente.
In de gemeente is het eigenlijk net als bij het brandende braambos, waar Mozes was. De Heere zei tegen hem: ‘Doe de schoenen van je voeten, want de plaats waarop je staat is heilig land.’ De Heere sprak tot Mozes, uit die brandende braambos. De Heere spreekt tot jou en mij in de gemeente, door middel van Zijn Woord, de prediking van het machtig Evangelie. Daar zegt de hemelse Bruidegom tegen Zijn bruid: ‘Ik ben uw heil alleen.’ Waar Bruidegom en bruid samenzijn, fluistert de Bruidegom door de Geest in de oren van de bruid: ‘Ik heb u liefgehad met een eeuwige liefde, daarom heb Ik die lange reis van de hemel naar de aarde gemaakt. Daarom was geen offer Mij te groot en geen moeite Mij te veel om jou los te kopen en aan Mij te verbinden. Je was een slaaf en Ik heb je vrijgekocht om Mezelf aan jou te geven, voor eeuwig en altijd. Om je lief te hebben en jouw wederliefde te ontvangen.’
Dat is het heilige samenzijn van de hemelse Bruidegom met Zijn bruidsgemeente in de eredienst. Waar we al gegroet zijn door Hem en waar niet alleen een Woord horen over Hem maar waar we bovenal het Woord horen van Hem. Dat Hij tot mijn ziel spreekt, dat Hij zegt: ‘Ik ben uw heil alleen!’ Zo bloeit, juist in het samenzijn van de gemeente, de eenheid en de gemeenschap met de Heere Jezus Christus op. Kun je je voorstellen dat we het eerste vers van Psalm 84 zingen?
Hoe lief'lijk, hoe vol heilgenot,
O HEER, der legerscharen God,
Zijn mij Uw huis en tempelzangen!
Hoe branden mijn genegenhedên,
Om 's HEEREN voorhof in te tredên!
Al is het dan dat de tempeldienst tot zijn vervulling is gekomen, er geen offer meer gebracht hoeft te worden en dat voorhangsel is gescheurd, Jezus is niet minder aanwezig in het samenzijn met en van Zijn gemeente dan Hij aanwezig was in de oudtestamentische erediensten van de tempel. Zo blijft Psalm 84 hoogst actueel. Zo lijd je eraan als je vanwege de coronacrisis niet samen kunt zijn met de gemeente en niet op die manier de aanwezigheid van Christus door Zijn Woord en Geest kunt gevoelen.
De Heere geeft een zegen, wonderlijk genoeg. Hij geeft een zegen als je persoonlijk in de Bijbel leest en als je meeluistert en meekijkt als er zondags een eredienst is. De Heere is in die zin aan geen tijd of plaats gebonden. Maar je voelt toch dat dat niet normaal kan zijn? Een bruid en bruidegom die van elkaar gescheiden zijn, kunnen wel contact hebben met elkaar en van hart tot hart met elkaar spreken, maar het echte ervaren van de liefde betekent toch dat er een samenzijn is? Dat er een tegenwoordigheid is van de een en de ander? Dat is op deze aarde in het bijzonder geconcentreerd in de eredienst waar de gemeente samenkomt. Waar Jezus die belofte aan heeft gegeven: ‘Waar twee of drie in Mijn Naam vergaderd zijn, daar ben ik in het midden’ (Matth. 18:20).
Aansporing
Helaas moet de Heere tegen ons zeggen: ‘Laat de onderlinge bijeenkomsten niet na’ (Hebr. 10:25). We zijn blijkbaar zo slordig en we hebben blijkbaar zoveel misvattingen over de dienst van de Heere en het ontmoeten van de Heere dat het voor ons nodig is dat we vermaand worden en opgewekt worden om de onderlinge bijeenkomsten niet na te laten.
Maar ik hoop dat je tegelijkertijd in je hart ook kent de buitengewone kostbaarheid en de onvergelijkbare waarde van het samenzijn van de gemeente. Zoals de vervolgde christenen allerlei risico’s trotseren, tot en met hun eigen leven soms, om maar bij de gemeente, de bruid van de Heere Jezus te horen en de bruidsgemeente te ontmoeten. Te ervaren dat het zo goed om nabij God te zijn. Juist daar te ervaren wat de kracht is van het Woord van God. Heel confronterend, heel ontdekkend, dat je met jezelf in aanraking wordt gebracht, dat je die hartelijke droefheid hebt over je zonden, omdat je God door je zonden vertoornt, omdat je Hem krenkt en beledigt, omdat je geestelijk overspelig bent. En tegelijkertijd dat Hij zo genadig en zo trouw is. Dat Hij je het steeds weer door Zijn Geest verzekert: ‘Als jij ontrouw bent, Ik blijf getrouw. Ik kan mijzelf niet verloochenen en daardoor kan ik jou, mijn overspelige bruid, niet verloochenen.’
Het is een ongelooflijk evangelie! Daarom heb je het nodig dat het elke keer weer gezegd wordt, dat Hij het in Zijn eredienst tegen jou zegt en door Zijn Geest schrijft in je hart, dat het sporen trekt in je ziel van verwondering, aanbidding, nieuwe liefde en vreugde en toewijding. Dat je ervaart dat je niet zomaar een preek hebt aangehoord, dat je wat info hebt meegekregen, maar dat je het ervaart: ‘De Heere was aan deze plaats. Mijn ziel heeft nieuwe kracht ontvangen, ik ben verzadigd met het goede van de woning van de Heere. Ik heb aan Hem genoeg en ik krijg van Hem nooit genoeg.’
Ik geloof...
Zo blijft het verlangen naar de dienst van God en de ontmoeting met Hem in Zijn huis levend en gaande op de bodem van je hart. Daar word je ook getroost en verzekerd van de vergeving van je zonden. Denk je dat je de verzekering van de vergeving van je zonden los verkrijgen kunt van het samenzijn van de gemeente? Van het samenzijn met de hemelse Bruidegom? De diepste intimiteit van bruid en bruidegom is toch in het samenzijn? De diepste zekerheid van de liefde van de ander en voor de ander is toch in het samenzijn van bruidegom en bruid?
Elke zondag belijden wij in de tweede dienst de twaalf artikelen van het ontwijfelbare christelijke geloof. Dat gaat eerst over de Vader en onze schepping, dan tal van facetten van het werk van de Zoon en dan gaat het over de Heilige Geest. Dan belijden we de Heilige Geest. Het geloof in de Heilige Geest dat krijgt vooral inhoud in: ‘Ik geloof de heilige katholieke kerk, de gemeenschap der heiligen, daarna de vergeving van zonden.’ Is het je opgevallen dat de kerk niet komt aan het einde van de twaalf artikelen? Nee de Heilige Geest, de Kerk en dan de vergeving van de zonden. Daarmee wil gezegd zijn, de vergeving van je zonden of de zekerheid over de vergeving van je zonden en het elke keer weer opnieuw troost ontvangen over de vergeving van je zonden ontvang je in de gemeenschap van de kerk.
In de vroege kerk was een bisschop, Cyprianus heette hij, die zei: ‘Buiten de kerk geen zaligheid.’ Na al datgene wat we samen hebben gedeeld, kun je je wel voorstellen waarom die man dat zei. Natuurlijk niet in hele absolute zin, maar hij bedoelt het wel heel serieus om onder woorden te brengen hoe kostbaar, hoe wonderbaar het samenzijn van bruid en Bruidegom is. En dat hier de troost en het heil van het evangelie wordt ervaren, geproefd en gesmaakt. Bedroefde harten worden vertroost en zwakke zielen ontvangen nieuwe kracht uit dit kostbare evangelie.
Dus het gaat om de plaatselijke gemeente, met alles erop en eraan. We lezen in de Bijbel niet over de Hersteld Hervormde Kerk, of over de Gereformeerde Gemeenten, of over de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt. Denominaties zijn van mensen, maar de kerk is het lichaam van Christus. We lezen in het Nieuwe Testament over de gemeente van Korinthe, van Rome of van Efeze. Het gaat in het Nieuwe Testament over losse individuen die geloven. Nee, het blijkt dat het geheel van de gemeente meer is dan de optelsom van de afzonderlijke leden.
Deze gemeenten bestaan natuurlijk uit gewone mensen, soms kleinburgerlijke mensen, er gebeuren soms een heleboel rare dingen in zo’n gemeente. Het zijn net zulke mensen als jij en ik, de dominees, de diakenen, de ouderlingen en al de gemeenteleden. Maar het wonderlijke is dat de Heere Jezus daarvan zegt: ‘Bij zulke mensen wil Ik wonen en met zulke mensen wil ik Mijn heil delen, daar wil Ik Mijn hart aan openen, in het bijzonder in de prediking van het evangelie.’ Zo krijgt de plaatselijke gemeente een kostbare betekenis.
Denominaties zijn van mensen, maar de kerk is het lichaam van Christus.
Gastpredikant
Wellicht weet je dat ik drie gemeenten heb mogen dienen en inmiddels werk ik fulltime aan de opleiding voor predikanten aan de VU in Amsterdam. Juist toen ik daar fulltime voor vrijgesteld werd, voelde ik eigenlijk wat ik ging missen. Dat je een plaatselijke predikant bent, in een plaatselijke gemeente. Ik heb drie gemeenten mogen dienen, eerst in Wouterswoude, toen in Opheusden en daarna in Katwijk. In elke gemeente, al preek je dezelfde leer en je preekt dezelfde God, krijgt de prediking een speciale kleur, een speciale toespitsing. Je kunt je vanuit de Bijbelse geschiedenis voorstellen dat Paulus in de synagoge vanuit een andere invalshoek dan op de Areopagus. Zo heeft iedere gemeente haar eigen kleur, haar eigen ligging, aanvechtingen, zonden, behoeften.
Door de Heilige Geest ontstaat er een geheimenisvolle wisselwerking tussen de gemeente enerzijds en anderzijds de dienaar van God. Als dienaar van het Woord van God ga je de gemeente door, je leert de mensen kennen. Daarmee ga je naar je binnenkamer en daar vraag je om de leiding van de Heilige Geest. Dat de gemeente mag horen wat de Geest tot de gemeente zegt op zondag. In de gemeente zijn mensen die bidden om de bediening van de Heilige Geest in het midden van de gemeente. Zo leven zij van zondag naar zondag om te horen wat de Geest tot de gemeente zegt. Dus preken in gemeente A en gemeente B zijn niet helemaal inwisselbaar. In gemeente A liggen andere accenten en in gemeente B worden andere facetten van het evangelie geopend. Zo mag er ervaren worden, dat de Geest de gemeente en de dienaar van het Woord van God leidt en dat juist tijdens de eredienst op zondag een wonderlijke, heilige ontmoeting is voor het aangezicht van God. Nu ik als gastdominee preek, ken je de gemeente niet en dan preek je toch wat meer op afstand. Juist een plaatselijke predikant die vertrouwd is met de plaatselijke gemeente, kan het middel zijn van de Heilige Geest om de gemeente te weiden in de grazige weiden van het Woord van God.
Eeuwige bruid
Als we het dan over deze coronacrisis hebben, dan voel je er ook iets van dat de gemeente een klein begin is van de eeuwige bruid van de Heere Jezus. De gemeente heeft de eerstelingen van de Heilige Geest ontvangen. Dat plaatst ons in het kader van de eindtijd. De eindtijd waar we in de Bijbel over lezen. Een indringend Bijbels beeld van de eindtijd is dat van de barensweeën. Naarmate de wedergeboorte van de hemel en de aarde dichterbij komt, krijg je intensere barensweeën en meer barensweeën. Het coronavirus mag je zien als een van de barensweeën. Misschien komen er nog wel meer barensweeën. We hebben al met veel crises te maken, de economische crisis in 2008 en misschien komt er achter deze crisis ook nog wel een nieuwe heftigere economische crisis en wellicht een hongersnoodcrisis in Afrika, daar wordt ook al heel erg serieus over gesproken. We hebben een klimaatcrisis en een stikstofcrisis. Vroeger waren crises meer regionaal of in een werelddeel, vandaag zijn wereldwijd. Waar de wereld vraagt: ‘Gaat het wel de goede kant op?’ Daar mag de christen, de bruidsgemeente van Christus, het hoofd omhoog heffen en zeggen: ‘Dit zijn de barensweeën, dit zijn de voetstappen van mijn Bruidegom, Hij is bezig om te komen.’
Weet je, de laatste dagen, we leven in de week na Pinksteren, zijn ook de dagen van de Heilige Geest. Ik zal van Mijn Geest uitstorten op alle vlees, de jongelingen zullen gezichten zien, de ouden zullen dromen dromen, ze zullen profeteren. Jij bent zo’n jongere om te profeteren, om God te kennen en belijdenis van Hem af te leggen. Om een vreemdeling te zijn hier beneden. Mijn hart is niet hier beneden maar mijn hart is in het hart van de Bruidegom. Mijn burgerschap is in de hemelen, vanwaar wij de Zaligmaker verwachten. Alles wat nu nog zo bedekt is, wat zo gebrekkig is, in de gemeente, in mijn eigen hart ook, zal tot volkomenheid komen. Dan zegt de bruid: ‘Heere wanneer komt die dag, dat het Avondmaal van de bruiloft van het Lam er onverstoord en onveranderlijk zal zijn? Wij verwachten die grote dag, met een groot verlangen om ten volle te genieten al de beloften van God in Christus onze Heere.’ Ik zou bijna zeggen: ‘Amen!’