Vakantie!
Met een grote vaart gooit Jelle zijn tas in de hoek van de kamer. Zo, die heeft hij de komende 6 weken niet meer nodig. Hij is er ook helemaal klaar mee. Wat een taaie tijd. Eerst zit je weken thuis en lijkt het alsof het vakantie is en als je dan weer naar school kunt, worden de lessen nog even volgepropt met alles wat nog af moet dit jaar. Dan nog een ‘gewone’ toetsweek en ja, ja, zo fijn je krijgt de mogelijkheid om extra toetsen te herkansen. Wat een feest! Hij staat nog steeds op ‘discussie’; nu maar hopen dat de docentenvergadering een positief advies geeft, dan kan hij volgend jaar tenminste examen doen en aan het werk.
‘Hé Jelle, al thuis? Je bent vroeg, kom er even bij zitten, we zitten nog aan de koffie. Fijn, joh, je hebt vakantie! Hoe was je laatste uur; dat was toch bij de mentor?’ ‘Goed hoor, het bekende verhaal; dat we toch zo’n moeilijk jaar achter de rug hadden met die 2e lock down, dat we zo’n fijne klas waren en dat het zo jammer is dat er een nieuwe indeling gemaakt wordt en dan nog een soort weeksluiting’. ‘O, waar ging het over?’ Tja, eens even denken. Het was iets met rust, o nee, het ging meer over stilte. O, ja hij weet het weer, het ging over Psalm 62, Psalm 62:2: Immers is mijn ziel stil tot God; van Hem is mijn heil.
Zijn mentor had haar keuze toegelicht: David schreef deze psalm voor de opperzangmeester. Het is niet bekend wanneer hij dat deed, maar het lijkt dat hij zich een vijandige situatie herinnert; hij vraagt zich af hoe lang die vijandschap nog zal duren. Hij waarschuwt zijn vijanden ook; ze zullen sterven. Daarna spreekt hij zichzelf toe; hij heeft toch niets te vrezen? Zijn verwachting is van God! Bij Hem komt al Zijn heil vandaan. Hij had het in vers 2 beleden: zijn ziel is stil tot God oftewel door zijn omgang met God heeft hij innerlijke rust gevonden. En juist die innerlijke rust daar gaat het om! Dat gaat verder dan de rust in de vakantietijd of op je vrije dagen, zelfs verder dan de zondagsrust. Dit is rust die God uit genade aan Zijn kinderen schenkt. Uit genade, dus door het Borgwerk van Christus. Pas als je weet dat je zonden door God vergeven zijn, zul je rust ervaren, in dit leven en straks voor eeuwig. O, nee, het zal niet betekenen dat je het altijd makkelijk hebt in je leven, op school, op je werk, maar het betekent wel dat je de zekerheid hebt dat de onrust die je ervaart maar tijdelijk is. Augustinus verwoordde het, uit eigen ervaring, zo duidelijk en uitnodigend: ‘Onrustig is het hart, totdat het rust vindt in U’.
'Onrustig is het hart, totdat het rust vindt in U.'
Zijn mentor had hen allen aangekeken; ook deze laatste les gaf ze huiswerk mee: neem tijd om stil te worden voor God; zoek Hem dagelijks, of je nu thuis blijft of weggaat, werkt of luiert, lees je Bijbel, belijdt je zonden en vraag Hem om vergeving. Dan zijn er geen woorden meer nodig, maar is je ziel stil tot God.