Tjitske leefde op het zendingsveld anderhalf jaar uit één koffer
Tjitske (22) kwam begin maart terug van zendingsveld in Centraal-Azië. Ze voelt zich een vreemdeling in Nederland.
„Heimwee naar mijn echte thuis, de hemel, heb ik altijd gehad. Door het reizen is dat sterker geworden. Mijn wandel is nog meer in de hemel geworden, daar waar Christus is.”
Zendingsverhalen en een juf die naar het buitenland vertrok, wakkerden bij Tjitske op jonge leeftijd het verlangen aan om zendingswerk te mogen doen. „Dat verlangen bleef. Na de afronding van mijn opleiding tot verpleegkundige, zocht ik op internet op de term ‘nurse in Arabic countries’. Al zoekende kwam ik bij Interserve terecht, een organisatie die zich vooral richt op Azië en de Arabische wereld. Interserve wees mij een mentor toe, bij wie ik met mijn vragen terecht kon. Vragen zoals: ‘Hoe weet ik dat God mij roept?’ en ‘Waarnaartoe en wanneer?’ Meerdere keren kreeg ik de tip om een korte periode alleen in het buitenland door te brengen. Vooral om te ervaren wat ik nodig zou hebben om een langere periode weg te gaan. Uiteindelijk bracht ik vier maanden in Egypte door.”
Onderwijsvrijwilliger
Voordat Tjitske naar Egypte vertrekt, nodigt een zendingsechtpaar haar uit voor een presentatieavond. „Ik wist dat dit gezin naar Centraal-Azië zou gaan, naar een land dat veel in mijn gedachten was. Met een vreemd gevoel stapte ik in de auto, biddend wat God mij wilde zeggen. Mijn leven voelde als een puzzel die in elkaar gelegd moest worden, maar waarbij teveel stukjes ontbraken. Het echtpaar vertelde dat ze erover nadacht iemand mee te vragen als onderwijsvrijwilliger. Ik zag de tijd en wist naar welk land ze zouden gaan. In mijn hart voelde ik dat dit de ontbrekende puzzelstukjes waren. Ze vroegen die avond of ik erover na wilde denken met hen mee te gaan. Ik kreeg drie maanden bedenktijd, maar op dat moment wist ik: dit is Gods weg.”
„Mijn eerste prioriteit in Centraal-Azië waren de kinderen en het lesgeven,” vertelt Tjitske, „daar was ik voor gevraagd. Maar als we Jezus’ verlossing kennen, kunnen we dan iemand die Jezus niet kent ontmoeten en laten gaan zonder van Hem te getuigen? Persoonlijk vind ik dat moeilijk. Dat vond ik in Nederland ook, als ik in het ziekenhuis werkte. Mijn vader heeft ons altijd het lied ‘Ginds in de steeg’ geleerd. Het gaat over een jongen die ziek is en nog nooit het Evangelie heeft gehoord. Als iemand hem vlak voor zijn sterven het Evangelie vertelt, zegt hij: ‘Maar als dat waar is, waarom toch heeft men dat mij nooit verteld?’”
Duisternis
Tjitske brengt een jaar door in een onstabiel land. „Ik zag en hoorde veel afschuwelijke dingen, maar steeds pakte ik mijn lievelingsboek, de Bijbel, en zag dat er niets nieuws was onder de zon. Als ik Koningen en Kronieken lees, zie ik wat vandaag de dag nog steeds gebeurt. Afgodendienst, misbruik, uitmoorden, schandjongens. Toch blijft God trouw. Dan duizelt het me van onbegrip en verwondering. Hoe kan de Heere al dit kwaad verdragen? Dan moet Zijn geduld en genade wel onpeilbaar diep zijn. Op moeilijke plaatsen ga je de Bijbel anders zien en begrijpen. Nu begrijp ik veel beter dat er psalmen zijn die bidden om wraak.”
„De intense geestelijke duisternis in het land trof me,” blikt Tjitske terug. „Ik besefte dat er duizenden mensen zijn die geen enkele mogelijkheid hebben om de Heere Jezus te leren kennen. Vanuit mijzelf heb ik bijna geen hoop voor dit land. Als ik kijk naar het gebed van ons christenen voor de landen in Centraal-Azië, zakt de moed me in de schoenen. Maar als ik kijk naar onze God, dan krijg ik hoop. Hij is de Almachtige, voor Wie niets onmogelijk is. Hij was en is mijn alles in allen. Er zijn veel teksten waar ik me aan vasthoud en waardoor ik biddend mag strijden. Ik denk aan Gods belofte aan Jesaja (2:4): ‘En Hij zal richten onder de heidenen en bestraffen vele volken; en zij zullen hun zwaarden slaan tot spaden en hun spiesen tot sikkels; en het ene volk zal tegen het andere volk geen zwaard opheffen, en zij zullen geen oorlog meer leren.’ Hoe heerlijk is God: Hij zal voor vrede zorgen en de honger doen ophouden. Met hun oorlogswapens zullen mensen gaan werken aan voedselvoorziening.”
Human be-ing
Haar terugkomst in Nederland ervaart Tjitske als dubbel. „Het is niet makkelijk om afscheid te nemen van een land dat je hart heeft, maar het is ook fijn om weer thuis te zijn. Thuiskomen is een proces. Ik merk dat ik weinig interesse heb in het materialisme van Nederland. Anderhalf jaar lang heb ik uit één koffer geleefd. Soms kan ik moeilijk begrijpen waarom ik in Nederland zoveel spullen nodig heb.”
„Persoonlijk was ik iemand die graag hard werkte, net als Martha,” erkent Tjitske. „In de afgelopen periode leerde ik dat we zijn geschapen als human be-ing, niet als human do-ing. Ik kan de wereld niet veranderen en mensen niet redden. Jezus hield van Martha, maar had liever dat Martha aanwezig was en als Maria aan Zijn voeten zat. Het bijzondere vind ik dat God mij niet nodig heeft en mij toch wil gebruiken.”
Dit interview is geschreven voor PuntUit.