Blogs

Strijd om in te gaan

Ds. D. Heemskerk: ‘Het Offer van Christus is vast en zeker.’

Veel jongeren worstelen met de vraag: ’Hoe krijg ik zekerheid dat mijn zonden vergeven zijn? Wat is uw reactie op deze vraag? 
‘De vergeving van de zonden is verworven door Christus Jezus op het kruis van Golgotha. De boodschap van het Evangelie is hier helder en duidelijk over. De verzoening heeft plaatsgevonden. Daar is betaald voor de zondenschuld van al degenen die in Hem zullen geloven. De Dordtse Leerregels belijden: ‘En opdat mensen tot het geloof worden gebracht, zendt God goedertierenlijk verkondigers van deze zeer blijde boodschap tot wie Hij wil en wanneer Hij wil; door wier dienst de mensen geroepen worden tot bekering en het geloof in Christus, den Gekruisigde.’ Wij moeten daarom de middelen waarnemen, dus het Woord Gods biddend onderzoeken en komen onder de prediking van het Woord. Dit zijn de middelen waardoor de HEERE de zekerheid wil werken. Deze zekerheid is geen vanzelfsprekende zaak. Integendeel, het is volgens de woorden van Christus een strijd om in te gaan.  

Wanneer het Woord Gods werkelijk gaat spreken in ons leven, krijgen we te maken met de tegenstand van de duivel, de verzoekingen van de wereld en leren we zien dat we een groot zondaar zijn en blijven. Ziende op onszelf is het dan een verloren zaak, maar horende de boodschap van het Evangelie is het mogelijk vergeving te ontvangen door het geloof. Het Offer van Christus is vast en zeker. Om tot de toeëigening te komen van de vergeving der zonden, namelijk Gods Woord voor waar te houden en te vertrouwen dat Hij niet alleen voor anderen, maar ook voor mij vergeving der zonden verworven heeft, is niet eenvoudig en geeft strijd. Het Woord leert ons dat deze zekerheid er is, maar dat het ook een bestreden zekerheid is, het moet ook telkens weer vernieuwd en verdiept worden. Zie bijvoorbeeld de Psalmen.’ 

Zijn er oudvaders die op dit punt goede adviezen geven, waar jongeren iets aan kunnen hebben?
'De oudvaders hebben deze pastorale vragen ook gekend en hebben hier onderwijs in gegeven. Verschillende Hollandse oudvaders spreken van een onderscheid in de oefening van het geloof. Ze onderscheiden dan de uitgaande daad, dat is dat we als zondaar op grond van de nodiging van het Evangelie door de Heilige Geest gedreven rechtstreeks tot Christus gaan om Zijn genade. De bloedvloeiende vrouw kwam zo in geloof om de zoom van Zijn kleed aan te raken in de zekerheid dat ze dan gezond zou worden. Het gevolg is de wederkerende daad van het geloof, dat is dat deze vrouw gevoelde dat zij genezen was. Het eerste is het belangrijkste, het tweede, dat is de gevoelige troost, daar moeten wij naar staan, maar dat wordt niet altijd direct ervaren. 

Erskine, een bekende Schotse prediking gebruikt deze onderscheiding ook. Hij noemt de uitgaande daad de zekerheid van het geloof en het gevolg de zekerheid van het gevoel. Abraham geloofde de belofte Gods dat uit Sara hem een zoon gegeven zou worden, hij gevoelde dit toen hij Izak in de armen had.  

De gelovige gelooft de zekerheid van het Woord en de gewilligheid van Christus door de werking van de Heilige Geest. Het gevolg kan zijn dat hij dit ook gevoelt, maar dit is niet altijd even sterk aanwezig. Daarom is en blijft het een bestreden zekerheid.’ Op welke wijze is Gods als Drie – Eenheid betrokken op het zaligen van zondaren? 

‘Het is het welbehagen Gods en het Verbond der Genade, hier staat vooral de Vader centraal. Het gehele werk der zaligheid is gefundeerd in het Offer van de Zoon. De Heilige Geest maakt onder en door de prediking plaats voor het werk der zaligheid in het hart. Hij verlicht ons verstand, Hij vernieuwt onze begeerten en herschept onze wil. Zo leren we vragen: ‘Wat wilt Gij dat ik doen zal.’’ 

Hoe kunnen jongeren meer zicht krijgen op het werk van Christus? 
‘Dan moet ik altijd denken aan de geschiedenis van de Emmaüsgangers. Hoe kregen zij meer zicht op het werk van Christus? Door de prediking. Hij opende de Schriften en leerden hen vanuit Mozes en de Profeten de noodzaak van Zijn lijden en sterven. Bij dit onderwijs gingen hun harten branden. Zo wil de HEERE nog wonen en werken in onze harten. 

Wanneer is het waar in ons leven? Hoe kunnen wij weten of we echt delen in de vergeving der zonden? Dit is nooit los te maken van de oprechte begeerte tot heiliging. Het gaat ons niet alleen om de zekerheid van de vergeving der zonden, maar we hebben, wanneer de HEERE echt in ons hart werkt, eveneens een oprecht verlangen om de overige tijd van ons leven naar Zijn Woord en wetten te leven. We krijgen de Heere Jezus nodig voor de vergeving, maar ook om van Hem kracht te krijgen om te strijden tegen de zonden en onze boze lusten.’ 

Ds. A.S. Middelkoop

Door: Ds. A.S. Middelkoop op 11 april 2019


Overzicht