Preken voor een lege kerk...
Als dominee op de preekstoel in een leeg kerkgebouw, geen catechisaties en weinig tot geen pastorale bezoeken. Hoe ervaren predikanten dat? En wat willen ze jongeren in deze tijd meegeven?
In gesprek met ds. J. van Meggelen, ds. J. Joppe en ds. W.M. Mulder.
Preken in een lege kerk
Inmiddels hebben we een aantal zondagen gehad waar de meeste gemeenten niet of gedeeltelijk naar de kerk konden, vaak preekt een dominee voor een lege kerk. Wat doet dat met u als predikant?
Ds. J. van Meggelen: Preken voor een bijna lege kerk went nooit, hoop ik. Wat mij bezighoudt is: wat heeft God mij/ons hiermee te zeggen? Is het omdat Nederland niet meer naar de kerk wílde gaan, dat we nu ook niet meer naar de kerk kúnnen gaan? Doet God de kerkdeur dicht omdat we toch niet naar Hem luisteren?
Ds. J. Joppe: Dat raakt me diep, temeer omdat ik over enkele weken afscheid moet nemen van Oud-Beijerland vanwege een aangenomen beroep naar Barneveld. Als ik op de kansel sta, mis ik de gemeente. De kinderen, de jongeren, mensen van middelbare leeftijd en ouderen. Dat is moeilijk. Aan de andere kant is het nog mogelijk om via de moderne techniek de preek te laten klinken in de huiskamers. Afgelopen zondag zag ik mijn gemeenteleden in gedachten toch voor me zitten en mocht er een rijke boodschap klinken, waarin niet het coronavirus centraal stond, maar Christus alleen! Dat heeft me persoonlijk ook erg bemoedigd.
Ds. W.M. Mulder: Het is voor mij diep ingrijpend. Afgelopen zondagmorgen preekte ik in onze eigen gemeente voor een aantal mensen, terwijl er anders soms meer dan 400 aanwezig zijn. Het heeft me zeer diep geschokt. Ik ervaar het als dat God ons als gemeente wil wakker schudden. Kerkgang, prediking, sacramenten, geloofsbelijdenis, huwelijk etc. was zo vanzelfsprekend. Helaas ook voor zovelen vrijblijvend. Jaar in jaar uit. Eerlijk onbekeerd. Maar God roept ons als gemeente, oud en jong toe: ‘ontwaakt, bekeert u!’ We mogen niet op de oude voet verder gaan! Persoonlijk niet, als gemeente niet, als HHK niet, als kerken van Nederland niet. We mogen niet langer het bloed van Christus onrein achten. Wat betekent het dat vlak voor deze ingrijpende omstandigheden broeder ds. G. Hoogerland met zijn noodkreet naar buiten kwam over de kerkelijke verdeeldheid? Ik beschouw deze gebeurtenissen onder andere als een onderstreping van zijn appèl.
Geen kerkelijke activiteiten
Alle (kerkelijke) activiteiten worden afgelast, ook de activiteiten voor de jongeren. Hoe kunnen we hen toch bij Gods Woord en de gemeente blijven betrekken? Welke invloed zou dit op de toekomst kunnen hebben?
Ds. J. van Meggelen: Ik hoop en bid dat God deze crisis gebruikt om jongeren wakker te schudden uit hun doodslaap. Vele kerkelijke jongeren leiden een dubbelleven, leven precies hetzelfde als iemand die niet kerkelijk is, alleen gingen ze zondags naar de kerk. O God, open hun ogen voor het te laat is! God kan mensen trekken naar het Woord die wij niet kunnen betrekken bij het Woord.
Ds. J. Joppe: Ik hoop en bid dat ze in ieder geval op de zondag twee keer meeluisteren (en –kijken) naar de online kerkdiensten en dat ze de grote waarde van de kerkdiensten zoals we die tot voor enkele weken geleden nog konden beleggen, gaan beseffen. In de kerkdiensten moeten we als predikant juist ook nu de jongeren aanspreken en oproepen de Heere te zoeken nu de voetstappen van de wederkomst van Christus in deze pandemie steeds duidelijker klinken. Laten we via de sociale media contact met de jongeren blijven houden. Het is moeilijk te zeggen welke invloed dit alles op de toekomst zou kunnen hebben, maar hopelijk maakt het ons in alles afhankelijk van de Heere, Die regeert!
Ds. W.M. Mulder: Op lokaal niveau worden er allerlei initiatieven ontwikkeld om onze jongeren te bereiken via kerktelefoon of social media. Ik zie hier voor de HHJO en andere jongerenorganisaties ook een belangrijke taak liggen. Confronteer onze jongeren via deze media met de werkelijkheid van de omstandigheden. Laat hen zien vanuit de Bijbel dat het nodig is dat wij juist nu ons eigen leven moeten onderzoeken en beproeven, dat een oprechte schuldbelijdenis zo nodig is. Niet alleen praten over schuld, maar in de binnenkamer belijden voor een heilig én genadig God. Maar ook dat God om Jezus’ wil gereed staat om zulke zondaren te ontvangen, al hun zonden te vergeven en af te wassen. Dat er een nieuw begin is. Wie in Christus is, is een nieuw schepsel! Wat betekent dit alles voor de toekomst? Dat weet ik echt niet. Zover durf ik niet te denken. Het is mijn gebed en diep verlangen dat het in Christus’ wereldwijde kerk tot een krachtige herleving mag leiden. Dat de gemeente van Christus in Woord en daad, in leer en leven het beeld van haar Meester gaat vertonen. Dat we ontdekt en verlost worden van alle dode rechtzinnigheid en de gekruisigde Christus de hoogste plaats in ons leven krijgt en behoudt.
Omzien naar elkaar
De overheid roept ons op om naar elkaar om te zien. Een christenplicht die ons bekend voor zou moeten komen. Hoe zouden gemeenteleden, en in het bijzonder jongeren, hier invulling aan kunnen geven?
Ds. J. van Meggelen: Je kunt heel veel voor een ander betekenen. Al stuur je maar een kaartje naar een eenzaam mens, dat doet al zoveel goed. En wijs elkaar op God, want dat doet de overheid niet. De HEERE is goed en recht, ook in de corona-crisis. Weet jij dat persoonlijk, weet je wie God is? Zulke jongeren hebben we heel hard nodig, die Christus kennen en liefhebben.
Ds. J. Joppe: Ik hoor dat er in verschillende gemeenten al prachtige initiatieven onder jongeren zijn ontstaan. Bij ouderen en zwakken zijn door de jeugdvereniging brieven bezorgd met daarin de oproep dat als er boodschappen moeten worden gedaan, medicijnen gehaald of de hond uitgelaten, men een telefoonnummer kan bellen en het wordt door de jongeren uit de gemeente geregeld. Wat ik ook zou aanbevelen is om ouderen, zieken, zwakken, maar ook mensen die het door de crisis financieel erg moeilijk hebben, te bellen uit medeleven. Neem de adressenlijst van je gemeente erbij en bel als jongere elke dag eens een paar mensen op.
Ds. W.M. Mulder: Het belangrijkste dat ik hier wil noemen is het gebed voor elkaar. Laten we als gemeente elkaar mogen ontmoeten aan de troon van Gods genade. Verder zie ik verschillende initiatieven ontstaan in het bijzonder rondom onze ouderen en kwetsbare gemeenteleden. Een luisterend oor via de telefoon betekent voor velen van hen heel veel. Ook via de telefoon kun je samen Gods Woord lezen en met elkaar bidden. Dat kunnen ook onze jongeren doen. In mijn omgeving zie ik verschillende jongeren in andere gezinnen bijspringen in het thuisonderwijs. Heel mooi vind ik dit.
Boodschap aan jongeren
Wat zou u jongeren in deze tijd mee willen geven?
Ds. J. van Meggelen: Wees maar niet al te bang voor een virus, wees bang voor de zonde. Stel je bekering niet langer uit. Verpruts je kostbare tijd niet. Je moet met God verzoend zijn! Roep dag en nacht om de Heilige Geest, en smeek God om vergeving van al je zonden in het bloed van Christus! En bid voor elkaar en voor Nederland, dat we tot de levende God zullen terugkeren.
Ds. J. Joppe: Laat deze crisis voor jou een ernstige roepstem van de Heere zijn om Hem te gaan zoeken en te vinden of als je Hem mag kennen om dan meer voor Hem en tot Zijn eer te gaan leven. Dat wil de Heere je op het gebed ook schenken op Zijn trouwverbond.
Ds. W.M. Mulder: Onze dochter las deze week aan tafel een dagopening van een van haar docenten over Lukas 21: 25-27 voor. Dit raakte me diep. Van deze docent kreeg ik toestemming om het te delen. Ik las het al aan veel ouderen voor. Nu geeft ik het jullie mee.
Beste leerlingen,
- Hebben jullie gezien, dat er 3 zondagen geweest zijn met een (hevige) storm?
- Hebben jullie gezien, dat het besluit van het ‘kerkverbod’ precies één dag na en niet één dag voor de biddag kwam?
- Geloven jullie dat God alles regeert en dat Hij ons met deze dingen iets heeft te zeggen?
God zet het leven van de maatschappij stil. En wij, die de Bijbel hebben, kijken omhoog en vragen ons af: Heere, wat heeft U ons te zeggen? Ik heb een vraag. Ben je er klaar voor, als de Heere Jezus terug komt op de wolken? Als Hij vandaag of morgen komt?
Voordat Noach in de ark ging, gebeurde er ook iets waar alle mensen versteld van stonden. Op een dag zagen ze hoe alle dieren, 2 aan 2, de ark binnengingen. Wat zullen ze zich verbaasd hebben. Maar ze begrepen niet, dat zij moesten aansluiten. Het was verborgen voor hun ogen. Dan vraag je natuurlijk: Maar wat moet ik doen? Hoe kan ik nu aansluiten? Want ik zie geen ark en ik weet niet hoe het moet.
Dan heb ik één raad. De Heere Jezus is de ark. Maar dat helpt je nog niet echt. Want waar is de Heere Jezus dan? Mijn antwoord is: Hij is dichterbij dan je ooit beseft. Hoe groot was de afstand tussen jou en het water van je doop? Nou, daar is geen afstand, want de druppels water kropen over je hoofdje naar beneden. Het water maakt je nat. En zo is het ook met de Heere Jezus. Hij is precies waar je bent. Maar je ziet Hem niet? Kijk dan in de spiegel. Wat zie je (als je ogen geopend zijn)? Een door en door zondig en verkeerd mens, van wie nooit iets goeds is te verwachten. Je ziet een bedrieger, iemand die zich voor de mensen wel mooi voor kan doen, maar van binnen een put is vol van onreine gedachten en zonden. Voor de spiegel staat iemand die de eeuwige dood dubbel en dwars verdiend heeft. Lieve jongen, lief meisje, daar staat de Heere Jezus. ‘Ecce homo!’ Zie de Mens! Dat riep Pilatus. De Heere Jezus, de Zoon van God, bekleed met een spotmantel en bedekt met een doornenkroon. (Corona.) Hoe staat Hij nu voor je? Zo: Hier ben Ik. Ik, Ik wil jouw zonden dragen. Ik wil jouw straffen ondergaan. En aan het kruis riep Hij uit: Het IS volbracht! Dat wil zeggen: Het IS betaald! Niet zomaar, niet half, maar voor de volle 100%. Daar hoeft en kan niets meer bij. En dan nu de laatste vraag. Hoe wordt dit alles jou deel? Door het geloof! Dat wil zeggen, dat je diep in je hart, en dat steeds weer opnieuw, de Heere Jezus omhelst als jouw persoonlijke Zaligmaker. Blijf daarom steeds in die spiegel kijken. Blijf daarom steeds op Jezus zien. Net zolang, tot de vrede, die alle verstand te boven gaat, je hart binnenstroomt en je als een geheel verloren en doemwaardige zondaar in de armen van de Vader ligt, je hart leeg huilt en Zijn liefde mag ervaren. Ik voor U, omdat jij anders de eeuwige dood zou moeten sterven.
Ja, en dan ben je veilig, wat er ook gebeurt. Dan mag je met opgeheven hoofd de Heere Jezus uit de hemel verwachten!”