Onze Schepper loven
Was er een betere dag voor het schrijven over deze Psalm? De zon schijnt volop, de verwachting is dat we vandaag weer royaal boven de 26 graden uitkomen. Eigenlijk moet ik de zonneschermen laten zakken, maar ik kies er toch voor nog even de tuindeur open te laten en de gordijnen open zodat ik onze gouden regen zie stralen in de zon en de vogels in een bijzonder koor hoor fluiten; ze loven hun Schepper zonder enige schroom.
Was dit ook Davids beleving toe hij deze Psalm schreef? Hij schrijft over de hemelen die Gods eer vertellen, de schepping die dag en nacht getuigt van onze Schepper. Er is geen volk op aarde dat zich kan onttrekken aan Gods wonderwerken in de natuur; iedereen kan het zien. Hoe het uitspansel is als een tent voor de zon; David vergelijkt de zon met een bruidegom en een hardloper. Zo levenslustig en blij als de bruidegom zijn slaapkamer verlaat en zo energiek als de hardloper zijn loop rent, zo uitbundig vervolgt de zon haar weg langs de hemel. Heel de aarde voelt haar warmte; het boek van de natuur is voor iedereen leesbaar!
Toch belijdt Guido de Brés in de Nederlandse Geloofsbelijdenis, artikel 2, dat God Zich nog klaarder, nog duidelijker en volkomener openbaart in Zijn Woord! Mooi om deze tweedeling terug te zien in Psalm 19; vanaf het 8e vers bezingt hij de heerlijkheid van de wet van de HEERE. Let op; waar de eerste zeven verzen de naam van God gebruikt wordt, als aanduiding van de Schepper, gaat het vanaf vers 8 over de HEERE, de Verbondsgod! Met diverse bewoordingen wordt Zijn getuigenis, Zijn onderwijs verheerlijkt. De bevelen van de HEERE zijn volmaakt, bekeren de ziel, zijn zeker, geven wijsheid, zijn rechtvaardig, ze verblijden(!) het hart, ze zijn puur, ze geven vreugde, ze hebben eeuwigheidswaarde en zijn begeerlijker dan goud en zoeter dan honing.
Als je Davids lofprijzing hoort, blijft maar 1 vraag over: wat weerhoudt je nog om de HEERE te dienen? Heb je eerder zo’n geweldige beschrijving gelezen? Jij hoeft niets bijzonders te doen; Zijn geboden zijn navolging waard en op het houden staat een groot loon (vs. 12).
Ja maar, ja maar, nee, er is geen reden voor ja maar; David geeft je antwoord; herhaal zijn gebed: ’Reinig mij van de verborgen afdwalingen …’ en eindig met zijn belijdenis: ‘o HEERE, mijn Rotssteen en mijn Verlosser.'