Mijn verdienste, vanuit God of vanuit de mens
De 16+ jongerendag van afgelopen november stond in het teken van dienen. Je naaste dienen, en zo God dienen.
Nog maar twee maanden gingen voorbij, maar omdat de drukke decembermaand met de kerstdagen en daarna de jaarwisseling kwamen, kan ik me voorstellen dat het thema van de jongerendag nu niet bepaald steeds in je gedachten is. Hindert niet.
Maar het dienen van je naaste? Is dat nog wel steeds in je gedachten?
Gisteren, vrijdag 18 januari haalde ik een boekje uit een doos – nog steeds niet alles op rij in de pastorie van Elspeet – waarin de eerste meditatie gaat over een kleine gelijkenis, namelijk in Mattheüs 9 vers 37 en 38. Daar zegt Jezus tegen Zijn discipelen: “De oogst is wel groot, maar de arbeiders zijn weinig. Bid dan de Heere van de oogst, dat Hij arbeiders in Zijn oogst uitstoot.”
Dit werd onder het lezen mijn gebed, onder andere voor mijn eigen zes jongens, maar nu ook voor jullie, mij onbekende lezers van dit artikel: “Heere, gebruikt U al die jonge mensen in Uw dienst, om tot zegen te zijn!” En zo komt deze brief tot jou, met een gebed tot God niet alleen, maar ook met een dringende oproep tot jou.
“Heere, gebruikt U al die jonge mensen in Uw dienst, om tot zegen te zijn!”
Al schrijvend komt mij in herinnering wat ik op Tweede Paasdag 1975 beleefde in de hervormde kerk van Wekerom (een dorpje in de buurt van mijn woonplaats). Ds. Veldjesgraaf kondigde de collecte aan voor de opleiding tot predikanten. Hij zei: “Gemeente, er worden van u twee dingen gevraagd. In de eerste plaats uw geld voor de opleiding. En in de tweede plaats…” Ik vulde het in gedachten al aan: uw gebed. Maar hij zei wat anders: “Jonge mannen voor de dienst des Heeren.” Hij vervolgde dat er in Harskamp kort daarvoor een oproep in de krant had gestaan om vrijwilligers voor een of ander wereldse activiteit, en dat er heel wat respons op was gekomen. En nu zag hij graag dat er ook een groot respons zou zijn op de oproep om in de dienst des Heeren te komen.
Bijna 44 jaren gingen als een schaduw heen. In die dienst van God, met het dienen van mijn naaste, mag ik met al mijn hartstocht staan. Ik nodig je uit om ‘volunteer’ te worden in het Koninkrijk van deze Goede Koning! Je zult er geen spijt van krijgen.