Ivalu's gebed verhoort!
Kerstverhaal 12-18 jaar
Het is een mooie nacht begin december. Ivalu haalt haar neus op. De nachten hier in Groenland zijn dan wel mooi maar ook bevriezend koud! Meqo en Kitura, haar vaders sledehonden, rennen door de sneeuw terwijl Ivalu foto’s maakt van het noorderlicht. Het groen en blauw spatten van de hemel. Haar oma zou zeggen: ‘ De aurora borealis viert een feestje vanavond!’ Want zo heet het noorderlicht eigenlijk. Aurora borealis. Best gek eigenlijk, denkt Ivalu. In de meeste landen kunnen ze het noorderlicht niet zien. Dat weet Ivalu omdat ze een nichtje in Nederland heeft, Joanne. Ze skypen vaak met elkaar. Wel hebben ze stroopwafels, die heeft Joanne vorige week opgestuurd. Die waren zo lekker! Ivalu is nog nooit in Nederland geweest en weet dus niet hoe het er uitziet. Ja, ze heeft wel plaatjes gezien op internet maar nooit in het echt. Joanne is wel een paar keer in Groenland geweest. Een keer toen ze allebei nog heel klein waren en 2 jaar terug toen ze 12 waren. Dat was zo gezellig, samen een sneeuwballengevecht houden en schaatsen. Ze hadden samen met Ivalu ‘s vader een iglo gebouwd alhoewel die niet lang stand hield. Het was naast een familiebezoek ook nog een reis met een doel. Joanne’s vader is namelijk predikant in Nederland. Vroeger toen Joanne nog niet geboren was, was hij zendeling. Toen Joanne’s oudste broer geboren werd stopte hij ermee zodat ze niet steeds hoefden te reizen. Maar nu hij toch op bezoek ging in IJsland zou hij elke zondag voorgaan in het kleine kerkje van Ivalu ’s dorp. Veel mensen kennen God niet in Ivalu ’s dorpje, maar veel mensen leerden God kennen en anderen wilden er graag meer over horen. Ze vroegen of de dominee niet langer kon blijven en zo bleven ze in overleg van de kerkenraad wel 3 maanden! Voor Ivalu en Joanne was dat natuurlijk helemaal fijn en sindsdien zijn ze altijd contact blijven houden. Maar door omstandigheden in de gemeente van Joanne’s vader konden ze de afgelopen jaren niet komen. Ivalu kon ook niet met haar familie naar Nederland komen omdat haar vader niet zo rijk zijn. Hij is als boer aan huis gebonden en krijgt slecht betaalt voor de producten die hij levert. Ook is de moeder van Ivalu overleden toen zij geboren werd. Sindsdien is het alleen haar vader, haar broer en zij. Haar broer is 17 en helpt haar vader op de boerderij. Als Aaju oud genoeg is zal hij de boerderij overnemen maar eerst wil hij nog even naar school om daar meer over de landbouw te leren.
Ivalu schrikt op uit haar gedachten. ‘Hooo!’ roept vader ‘Kitura! Meqo! Hooo maar.’ De honden stoppen met rennen en de slee komt langzaam maar zeker tot stilstand. Haar vader pakt zijn hengel en zaag en maakt een gat in het ijs om te gaan vissen. ‘Geef jij de honden wat te eten?’ Vraagt haar vader. Ivalu knikt, legt haar camera weg en pakt het voer dat ze hadden meegenomen van huis. Ze pakt wat hout en maakt ze een vuurtje om zich bij op te warmen. Rillend gaat ze erbij zitten met een deken om zich heen geslagen. Het lijkt wel nog kouder dan anders. Ze hangt een pannetje met water boven het vuur voor de koffie. Dat gaat ze wel nodig hebben. Het is natuurlijk al half drie ’s nachts. Haar vader stoot haar aan. ‘Ivalu! Kijk een zeeleeuw!’ Ivalu tuurt in de verte. Daar, zo’n 50 meter verderop zit inderdaad een zeeleeuw. ‘Waauw,’ zegt ze ‘Dat is een poos geleden dat we die hebben gezien. De laatste paar keer zagen wel alleen pinguïns.’ Haar vader knikt en zegt dan ‘Speciaal voor ons gekomen zodat hij kon uitlachen omdat we zulken koukleumen zijn. Moet je ons nou zien bij het vuur met dikke jassen en handschoenen.’ Ivalu schiet in de lach ‘Aaju heeft geluk dat hij nu niet buiten zit, die moet weer studeren.’ Vader grinnikt: ‘Die jongen toch, altijd al een studiebol geweest.’ Samen praten ze nog even verder als vader plotseling zegt: ‘Je oom en ik zijn al een poosje bezig om een verrassing voor jou en Joanne aan het regelen, maar ik weet niet of het door kan gaan. ’ Ivalu kijkt op: ‘Een verrassing? Maar als het een verrassing is mag ik dat toch niet weten?’ vader zucht: ‘Daar wilde ik het even over hebben,’ hij roert even in zijn mok koffie ‘Eigenlijk zou jij samen met Aaju tijdens kerst naar Nederland gaan. Maar door Aaju ’s studie kan dat helaas niet doorgaan. De week na kerst heeft hij belangrijke toetsen die niet kunnen worden uitgesteld. Het was de bedoeling dat jullie daar dan 2 maanden heen zouden gaan.’ ‘Maar,’ zegt Ivalu ‘Dan blijft Aaju toch hier en dan gaat u toch mee? Dat kan toch ook, dan kan de buurman misschien samen met Aaju voor de boerderij zorgen! ’ vader schudt zijn hoofd en kijkt Ivalu aan: ‘Jij en ik weten allebei dat buurman Kuluk te veel werk heeft om ook nog voor onze boerderij te zorgen naast die van hemzelf. En jij weet ook dat ik de boerderij nooit zal achterlaten.’ Ivalu kijkt voor zich uit en zucht diep: ‘Dus dan zal ik Nederland misschien nooit zien. Als Aaju klaar is met zijn studie zal hij veel werk van u overnemen en dan zal hij ook niet meekunnen. En al zou ik kunnen gaan zou u mij nooit zelf laten gaan. Te gevaarlijk.’ Vader staat op en begint de spullen op te ruimen: ‘Ik had het graag anders gezien. Het was een mooie kans want je oom wilde voor alles betalen omdat hij weet dat wij het niet zo breed hebben. Maar helaas, zo is het leven.’ Boos schopt Ivalu tegen een houtblok die bij de slee ligt. Ze vecht tegen de tranen. ‘Het is niet eerlijk.’ Snift ze. Ze spant de honden voor de slee en gaat stil erop zitten. In stilte rijden ze naar huis. De witte sneeuw rijkt zo ver als je kan zien. In de verte kunnen ze al het dorp zien. Als ze aankomen zien ze dat Aaju zelfs nu nog aan het leren is. Die toetsen zijn pas over 2 en halve week en hij zit nu al zo erg te leren. Die toetsen zullen wel heel belangrijk zijn denkt Ivalu. Zo gauw ze binnen is zegt ze welterusten tegen haar vader en Aaju en rent naar boven naar haar bed. Ze kruipt onder de dikke dekens en zegt nog even haar gebed op. Heere, dank u voor deze dag. U geeft zo veel maar toch kan ik niet tevreden zijn. Dat is heel erg want wij hebben altijd eten en ik kan naar school. Maar wilt U alstublieft mij naar Nederland laten gaan zodat ik Joanne kan zien. Om Jezus wil, amen. Al snel valt ze in slaap terwijl haar dromen naar Nederland lijden.
Als Ivalu zich de volgende dag klaarmaakt voor school moet ze weer aan Joanne denken. Ze zal vanavond wel met haar bellen om het gruwelijke nieuws te bellen. Ze propt snel haar ontbijt naar binnen en snelt naar buiten. Over vijf minuten begint school al! Als ze even later aankomt bij het kleine dorpsschooltje kan ze gelijk naar binnen. Pfieuw, nog net op tijd, denkt ze bij zichzelf. Ze holt samen met haar vrienden de klas in en ziet achterin een onbekende vrouw zitten. Haar vriendin kijken haar aan en fluistert: ‘’Weet jij wie dat is?’ Ivalu schudt haar hoofd en fluistert terug: ‘Jij wel?’ haar vriendin kent de vrouw ook niet. Vreemd hoor, er komen niet zo vaak onbekende in hun dorpje. De meeste klapt in zijn handen en vraagt om stilte: ‘Zoals jullie kunnen zien hebben we een gast vandaag.’ Hij wijst naar de vrouw die glimlachend de klas aankijkt. De meeste gaat verder: ‘Dit is Sanne Molenaar uit Nederland.’ De vriendin van Ivalu kijkt haar aan: ‘Net als jou nichtje of niet?’ Ivalu knikt bevestigend: ‘Misschien kent ze hen wel, Nederland is maar heel klein hoorden ik. Het zou met niet verbazen.’ Ze lachen net iets te hard want de meester kijkt ze streng aan. ‘Mevrouw molenaar is hier omdat ze voor een project onderzoek doet naar de kerken hier in ons land. Wilt u nog wat toevoegen?’ Mevrouw Molenaar knikt en stapt naar voren. ‘Dag kinderen, ik kom dus uit Nederland zoals jullie hoorden en ik kom onder andere onderzoek doen naar jullie kerk in het dorp. Hoe gaat het er hier aan toe en misschien kan ik iets helpen verbeteren.’ Ze kijkt de klas rond ‘Ik hoop hier tot de week voor kerst te blijven. Daarna ga ik terug naar Nederland want dit is de laatste plek waar ik heen zou gaan. Ik blijf hier dus nog een weekje. Ik ben hier op jullie school om te kijken hoe jullie de dag beginnen met Gods woord. Ook ga ik even in de andere klassen kijken.’ Ze loopt terug naar haar stoel en klapt plots in haar handen. ‘Oja, als jullie iets willen weten of vragen ik ben hier de hele dag dus kom gerust naar me toe!’ Ze knikt naar de meester: ‘Gaat u alstublieft verder.’ De meester begint met gebed. Na de dagopening gaan beginnen ze met taal en vergeten ze bijna de gast. Als Ivalu even later opkijkt van haar werk ziet ze dat ze al weg is.
Aan het eind van de dag lopen ze weg uit de klas. De meester zwaait ze uit. ‘Fijn weekend jongens en meiden!’ Als Ivalu haar jas pakt bedenkt ze zich. Ze wil eigenlijk nog even aan mevrouw Molenaar vragen of die haar oom kent. Als ze zich omdraait ziet ze haar staan praten met de juf van de 2e klas. Ze loopt ernaartoe en wacht tot ze klaar zijn met praten. Als mevrouw Molenaar haar ziet vraagt ze: ‘Hoi, jou ken ik nog wel, jij zat bij de eerste klas vanochtend of niet?’ Ivalu knikt: ‘Ja mevrouw, ik..’ ‘Noem me maar Sanne hoor, maar ga verder.’ Ze kijkt haar lachend aan. ‘Nou wat ik u wilde vragen was of u misschien mijn oom kent, hij woont ook in Nederland en is dominee. Ik dacht Nederland is zo’n klein land dat de meeste mensen elkaar wel zullen kennen.’ Sanne schiet in de lach. ‘Aha, nou lieverd misschien ken ik hem wel maar zooo klein is Nederland ook weer niet hoor. Er wonen wel 17 miljoen mensen dus die ken ik niet allemaal. Maar hoe heet je oom?’ Ivalu wordt een beetje rood: ‘Sorry, wat ik van mijn nichtje hoorde was dat alles er mini was dus ik ging er vanuit dat er niet zoveel mensen zouden wonen.’ Wat gênant, denkt ze bij zichzelf. ‘Mijn oom heet Nuka Okwik , hij komt ook oorspronkelijk hiervandaan maar hij is met een Nederlandse vrouw getrouwd dus is hij daar gaan wonen.’ Sanne kijkt even bedenkelijk. ‘Okwik zeg je? Hmm, ja, ja ik geloof dat ik hem wel eens heb horen preken. Ik heb daarna volgends mij bij hem koffie gedronken. Zijn vrouw heet Gea of niet?’ Ivalu knikt: ‘Inderdaad maar dan kent u mijn nichtje Joanne ook waarschijnlijk.’ ‘Jaja, met dat oranje haar of niet, net als haar moeder.’ Weer knikt Ivalu. ‘Ja , inderdaad die ken ik wel. Waarom wilde je dat eigenlijk weten?’ ‘Nou,’ zegt Ivalu ‘Ik zou eigenlijk met kerst naar hen toegaan maar dat kan niet doorgaan omdat mijn broer met wie ik zou gaan, nog moet studeren. Hij heeft de week erna belangrijke toetsen. Hij zou dan niet op tijd terug zijn. Mijn oom zou alles regelen en betalen zodat we een keer naar Nederland zouden kunnen.’ Ze slikt even. Ze wordt alweer verdrietig als ze eraan denkt. ‘Als u toch naar Nederland gaat dacht ik dat u misschien de deken die ik voor haar heb gebreid wel mee zou kunnen nemen.’ Ze zucht even ‘Nu ik het niet zelf kan geven, dan moet het maar zo.’ Sanne kijkt haar aan en legt haar hand op Ivalu ’s schouder. ‘Ach lieverd, wat jammer voor je, natuurlijk wil ik dat voor je doen!’ Even lijkt haar iets te binnen te schieten. Haar ogen beginnen te glimmen. ‘Ivalu,’ zegt ze ‘Het komt helemaal goed, vertrouw maar op mij.’ Ivalu kijkt haar vreemd aan. ‘Okeé, ’ zegt ze ‘Dat hoop ik, maar u kunt hem dus meenemen toch?’ Sanne kijkt haar blij aan. ‘Ooh lieverd het komt helemaal goed.’ En ze loopt weg. Ivalu ziet Sanne weglopen. Het zal wel denkt ze bij zichzelf. Ze loopt snel naar huis. Ze moet nog beginnen met koken!
Een week later..
‘Ivalu, Ivalu, kom eens snel!’ vader roept. ‘Ivalu waar zit je?’ Ivalu loopt naar de keuken waar haar vader met een big smile op zijn gezicht staat. ‘Luister eens mijn meisje, ik heb een verrassing. Dit ga je leuk vinden. Kom maar mee naar buiten.’ Samen lopen naar buiten waar tot haar grote verbazing Sanne staat met haar jeep. ‘Waar is je koffer?,’ vraagt ze grijnzend ‘Als je meewil zul je toch echt de moeite moeten nemen om je koffer te pakken hoor!’ Ivalu staart haar met open mond open en kijkt dan naar haar vader. ‘Heb jij dit geregeld?’ Haar vader schudt zijn hoofd. ‘Nee hoor, allemaal het werk van deze vrouw hier!’ Hij knikt de kant van Sanne op ‘Zij heeft contact gelegd met je oom in Nederland en die heeft jou ticket geboekt. Nu kan je samen met Sanne naar Nederland reizen. Hoe je terugkomt regelen we dan wel weer. ’ Ivalu kan het nog steeds niet geloven. ‘Wauw Sanne, bedankt, bedankt, bedankt!’ Ze rent naar Sanne en geeft haar een dikke knuffel!
2 dagen later drukt Ivalu op de deurbel van Kerkstraat 48. De deur vliegt open. ‘Ivalu! Je bent er!’ Joanne geeft haar een dikke knuffel. ‘Ik ben zo blij dat je toch kon komen! Het is zo lang geleden!’ Ivalu veegt een traan van blijdschap weg. ‘Ja, toch nog kerst samen!’ En dan lopen naar binnen om de rest van de familie te begroeten. Haar gebed is verhoort! Wat is God Goed!
Dit verhaal is het resultaat van een kerstverhalenwedstrijd die we in 2020 samen met de JBGG, HJW en LCJ organiseerden.