Hoogbegaafde jongeren; in iedere gemeente
Misschien zijn ze u nog niet opgevallen; de meer- en hoogbegaafde kinderen en jongeren in de kerk, op de club, in uw catechisatiegroep en op de vereniging. Of misschien ook wel; u werd verrast door een vraag die u niet verwachtte van een kind van 8, u wist ook zo snel even geen antwoord. Misschien was het een jongere die niet ‘leuk’ meedeed tijdens het spel, maar heel autonoom het spel op zijn manier wilde spelen. Of een belijdeniscatechisant die denkt en spreekt op een niveau dat ver af staat van de rest van de groep; maar u hebt er even geen aandacht aan geschonken; het is al de zoveelste vraag die het meisje stelt.
Als we kijken naar het intelligentieniveau van de Nederlandse bevolking, dan geeft de afbeelding naast dit artikel een overzicht van de verdeling over de verschillende schooltypes. Ongeveer 2,5% van de bevolking is hoogbegaafd (IQ boven 130) en 7,5% is meerbegaafd (IQ tussen 120 en 130). Dit betekent dat in een gemeente met 1000 leden 100 leden tot deze categorieën behoren. In een gemiddelde catechisatiegroep van 20 jongeren, zijn er dus 2 meer- of hoogbegaafd. Dit kan zich uiten op diverse terreinen; ze kunnen cognitief getalenteerd zijn, maar ook technisch, creatief of juist sportief.
WAT NU TE DOEN MET DEZE INFORMATIE?
✱ Weest u zich bewust van deze gemeenteleden (jong én oud)
✱ Houd rekening met deze jongeren zoals u zich ook richt op de jongeren aan de andere kant van het spectrum, die u makkelijker herkent
✱ Differentieer in de preek, de catechese, het jeugdwerk; hang de (cognitieve) ruif eens iets hoger
✱ Erken lastige vragen en ga ze niet uit de weg; ‘Joh, dit vind ik een lastige vraag, daar wil ik even over nadenken; ik kom er volgende week op terug.’
✱ Wees eerlijk en onderbouw uw argumenten:
› we hebben niet op alle vragen een antwoord; Gods gedachten zijn hoger dan onze gedachten
› er zijn schijnbare tegenstrijdigheden in de Bijbel
› er zijn teksten die elkaar lijken tegen te spreken
› de geloofsleer is de eeuwen door onderwerp van gesprek
✱ Maak tijd; ‘Je hebt veel vragen die de groep niet meemaakt, zullen we er na de volgende catechisatie een half uurtje over doorpraten?’
✱ Geef ruimte; is het zo erg als het spel op een andere manier gespeeld wordt?
✱ Wees duidelijk; tijd is tijd, afspraak is afspraak
De lijst is verre van volledig, maar geeft wel een aantal handvatten.
Als we beseffen dat een deel van de meer- en hoogbegaafde jongeren al afscheid neemt van het geloof rond het 13e levensjaar, door de onbeantwoorde vragen, het zich niet gezien en gehoord voelen in de kerk; en depressiviteit en suïcidale gedachten onder deze groep vaker voorkomen, is de urgentie wel duidelijk!
Hanneke is werkzaam in het voortgezet onderwijs. Voor vragen: hsmits@hhjo.nl