Hoe zal ik U ontvangen?
Elke zondagavond klinkt het: “… En in Jezus Christus, zijn eniggeboren Zoon, onze Heere, die ontvangen is van de Heilige Geest, geboren uit de maagd Maria…”
Hoe bijzonder: in het centrum van het christelijk geloof staat de persoon van Jezus Christus. Luther was zich daar heel erg van bewust: ”Zo vaak als ik een tekst heb hard als een noot, waarvan ik de schaal niet kraken kan, gooi ik hem gauw tegen de rotssteen Christus en dan vind ik de heerlijke pit.”
In de tijd van Advent leven we toe naar de komst van de Heere Jezus in deze wereld (Joh. 3:16). Maar hoe leg je aan jongeren uit wat deze liefde inhoudt? Woorden schieten tekort! Als mens hebben we beelden nodig. Als het om Jezus gaat, volstaan echter onze beelden ook maar nauwelijks…
Alister McGrath biedt ons een handvat, wat mij betreft ook bruikbaar voor de jeugd (In: Ik geloof. De Apostolische Geloofsbelijdenis opnieuw uitgelegd). Jezus is het ‘beeld’ van God. In Joh. 15:13 staat dat de liefde van God lijkt op de liefde van iemand, die z’n leven geeft voor zijn vrienden. Dat kunnen we ons voorstellen, ook al is het geen alledaags beeld. “In het vertrouwde, ontroerende beeld van Jezus, Die Zijn leven, Die alles geeft voor iemand van wie Hij houdt, hebben we een krachtige, pakkende en ontroerende voorstelling van de breedte en de diepte van Gods liefde.(…) Kortom, het is een aansprekende manier om over Gods liefde te praten, en een die precies aangeeft hoe Gods liefde is. We hoeven niet meer met een mond vol tanden te staan wanneer we iets tegen onze vrienden willen zeggen over de liefde van God, of wanneer we er ons iets bij proberen voor te stellen.”
Naast het apologetisch getuigenis blijft de titel van deze tekst heel dicht bij mijzelf: ‘ik’ en ‘U’. In Johannes 3:16 gaat het over een wereld verloren in schuld. Het ‘beeld’ van mij staat in schril contrast met het ‘beeld’ van Christus (zie hierboven). Vanuit mij is er geen Zichzelf opofferende liefde, verder dan eigenliefde kom ik niet… Wat een wonder dat Jezus wilde komen! Hij wil mij ontvangen en vanuit Zijn liefde kan ik Hem liefhebben (1 Johannes 4:19). Zó kan ik Hem ontvangen, vol verwondering, knielend voor de kribbe.