Het klimaat: loopt uw JV daar warm voor?
Duurzaamheid is hip. En alle vragen daar omheen hebben impact. Het raakt ook jongeren, maar op heel verschillende manieren.
Sommigen zijn sceptisch: zij vinden het maar onzin. Anderen zijn bezorgd: als je hoort over de opwarming van de aarde, de stijging van de zeespiegel… hoe moet het dan straks? Maar wellicht zijn er ook een paar erg enthousiast en al lang bezig met wat ze kunnen doen. Voor welke reactie hebt u voorkeur? Het zou maar zo kunnen dat u kiest voor de laatste. Mooi toch als jongeren met zo’n onderwerp enthousiast bezig zijn?
Dat is het ook. En toch… De farizeeër of de tollenaar – voor wie zou u kiezen? Wat die farizeeër voorstaat, dat is best goed (Mattheüs 23:3), maar zijn houding hierin hield hem wel buiten het Koninkrijk van God. Op heel veel terreinen zijn we bang voor wetticisme. Bij het thema ‘duurzaamheid’ tuimelen we er vaak alsnog in, omdat we al gauw uitkomen bij ‘dit moet je wel doen’, en ‘daar moet je mee stoppen’.
'Verbeter de wereld, begin bij het hart'
Laten we daarom ook hier een laag dieper steken. Met een variant op een bekende uitspraak zou je kunnen zeggen: ‘Verbeter de wereld, begin bij het hart’. Hoe kun je rondom rentmeesterschap spreken over het hart? Ik denk aan twee woorden: wet en evangelie. Zonde en genade. Schuld en liefde.
Schuld
De problemen in deze wereld zijn niet veroorzaakt door verkeerde technische inschattingen of overbevolking, maar door ons zondige hart. De Heilige Geest gebruikt de Wet om ons op dat zondige hart zicht te geven. Vaak door concrete zonden aan te wijzen. Daarom zou u het als volgt kunnen aanpakken. Laat de jongeren dingen opnoemen die (in hun leven) op dit terrein verkeerd gaan, zoals eten weggooien, ‘zomaar’ de auto pakken, lang douchen, ‘slaafchocolade’ eten. Zij roepen en u noteert. Bekijk daarna samen de lijst en stel de vraag: ‘Wat zegt dit over ons hart?’ Waardoor gaat het verkeerd? Ik hoop dat jullie dan samen kunnen komen tot zaken als gulzigheid, ontevredenheid, materialisme, leven voor het hier en nu, egoïsme, onverstandigheid. Het zou mooi zijn als u nog een derde stap kunt maken: verbindt hier Bijbelteksten aan. 1 Koningen 21:4, Psalm 17:14, Mattheüs 6:21, Lukas 12:16-20, 1 Timotheüs 6:10, 2 Timotheüs 4:10 en dergelijke.
Hoe kan dit veranderen? Niet door alleen maar te zeggen: ‘Jongens, we moeten het anders doen’. De wet op zichzelf verbetert ons niet (Romeinen 7). Als u wat verdieping wilt, zou u daar met de jongeren over door kunnen praten door concrete voorbeelden te vragen van hypocrisie: zonnepanelen plaatsen voor stroom voor een jacuzzi; een warmtepomp plaatsen en de verwarming hoog laten staan; CO2-compensatie om maar te kunnen blijven vliegen (moderne aflaat), enzovoorts.
Liefde
Niet de wet brengt verbetering, maar de genade. Echte verandering van ons leven komt er als door Gods Geest ons hart verandert. Dan leren we onze zonden kennen, belijden en laten. Dan komt er een verlangen om God te dienen. En dat met héél ons leven. Bekering is bekering tot God. Het gaat er om, Wie God voor ons is. Wie Gods liefde leert kennen, gaat verlangen God lief te hebben met verstand en gevoel, met hart en handen. Wat betekent het als God je Vader is geworden? Dan ga je ook Zijn werken waarderen, dan word je zuinig op alles wat van Hem is. Dan hoef je ook niet meer zo nodig alles uit het leven te halen wat erin zit. Een dag in een bos in de buurt kan van meer waarde worden dan een week in Barcelona – in het licht van een wandel met God (Psalm 4:8, 84:11). Niet het vele is goed maar het goede is veel.
Als God je Vader is geworden, dan word je zuinig op alles wat van Hem is.
Het is het mooist als u ze dat kunt laten ervaren. Plan geen spectaculaire JV-activiteiten zoals karten, maar kies voor een excursie met een gids. Organiseer geen dingen die alleen maar voor henzelf ‘leuk’ zijn, maar die ook voor anderen nuttig zijn, zoals een natuurwerkdag. Helemaal ideaal zou het zijn, als er een soort kerktuin is, waar jongeren regelmatig de handen uit de mouwen kunnen steken. Meemaken hoe sla, bonen en appels groeien wekt verwondering en zuinigheid. Daarvoor moeten jongeren (en JV-leiders…) vast een drempel over. Maar ik kan me niet anders voorstellen dan dat het verrijkend en verduurzamend is. Voor het milieu én de onderlinge band. Laat ze de rijkdom van Gods schepping proeven, ruiken, horen, voelen. Dat kan tegelijk een middel zijn om twijfels over Gods bestaan tegen te gaan (NGB art. 2). Laten we hen, tegen de neiging om weg te duiken in een virtuele wereld, ‘onderdompelen’ in het Woord en scheppingswerk van God!