Gewoon dóen
'Iets wat heel klein is, kan allesbeslissend zijn. Dat bewijst wel dit heel kleine voorwerp. Het is erop of eronder.
Leven of dood. Je dacht dat je je leven in je eigen hand had, maar nee… Nú komt het er op aan. Hoe zorg je ervoor dat dit jou niet treft?' De JV-leider loopt rond met zijn hand open. Iedere jongere denkt. En kijkt. Een kogel… Als ik deze intro terughaal in mijn gedachten, voel ik opnieuw de ernst, de klem en de betrekkelijkheid van ons leven hier op aarde. De intro bevestigt ook dat (voor)beelden raken en aanspreken. Vooral bij doeners. In het vorige artikel werd inzichtelijk gemaakt hoe ieder zijn eigen ‘route’ van leren heeft. Hier nog zo’n beeld. Lees en vind jezelf.
Beelden verzamelen
Voorbeelden zijn een prachtig hulpmiddel om kennis over te dragen. Jongeren herkennen zichzelf vaak in beelden en spiegelen zich er gemakkelijk aan. Bij beelden kun je denken aan verhalen uit heden en verleden, aan de natuur, cultuur en aan concrete voorwerpen en gebeurtenissen uit het dagelijks leven. Ook in de Bijbel staan veel beelden. En dat is niet voor niets. De Heere laat Zich kennen in hoe Hij over Zichzelf laat spreken. Wordt als leidinggevende een verzamelaar van beelden die je kunt inzetten in het jeugdwerk. Neem de jongeren zover mogelijk in het beeld mee, des te meer landt de boodschap.
Bouwen
Zo bezorgde een duif mij lichte ergernis, maar ook winst. Hij probeerde een nest te maken op de bovenrand van mijn zonwering. Die rand is van glad kunststof en zo’n twaalf centimeter breed. Dat gaat dus niet lukken. Maar de duif bleef heen en weer vliegen en de hoeveelheid gevallen takjes op straat werd groter. Zou het hem dan toch lukken? Tja, de aanhouder wint, zeggen we. Maar de volgende dag lag er tussen de vele takken op de grond ook een ei. Stuk. Ik keek naar boven. Geen duif en geen nest te zien. Maar zijn verhaal neem ik mee. Misschien voor binnenkort, als ik met de kinderen nadenk over de bouwende mannen. In gedachten hoor ik hen al vertellen waar je op moet letten en hoe de duif het anders had kunnen doen. En hoe en waarop bouwen zij zelf?
Samen
Ook denk ik aan een leidinggevende in het zuiden. Met een machine had hij een heuse boomstam bij de deur neergelegd. De jongeren blijven er omheen hangen. De JV-avond begint buiten. Een van de jongeren wordt aangewezen om de stam naar binnen te dragen. Dat is natuurlijk iets teveel gevraagd. Een tweede jongere mag meedoen. En een derde en een vierde. Uiteindelijk lukt het om met zeven jongeren de stam binnen te krijgen. ‘Dit doen we natuurlijk niet zomaar. Wat heeft deze opdracht jou te zeggen?’ Er komen antwoorden als ‘Elkaar helpen’, ‘Samen kun je meer’, ‘Als iemand het zwaar heeft, maak je het lichter door bij hem te zijn’, ‘Niet alleen gaan tobben’, ‘Als je met elkaar iets doet, ga je de ander meer waarderen’. Ze hebben gelijk. Na de intro gaan ze op zoek in de Bijbel. Welke voorbeelden staan daar? Wat zegt God over deze personen? En over jou? Hoe ben jij er voor de ander? Welke aanwijzingen geeft God over het ‘met elkaar zijn’?
Werkvormen inzetten
Stille tijd is een mooi thema om een avond over na te denken en staat bij veel clubs en verenigingen op het programma. Maar kennen tieners de term? Als leidinggevende kun je direct met je inleiding over Stille tijd beginnen. Er is zoveel moois over te zeggen. Maar je kunt ook werkvormen inzetten om de jongeren er actief bij te betrekken. Daarom een praktijkvoorbeeld:
Een rondje
De tieners zitten in een kring en krijgen allemaal een kaartje en een pen. ‘Wat is stille tijd? Wat hoort daarbij? Schrijf eens één antwoord op.’ Daarna worden de kaartjes naar rechts doorgegeven. Op het kaartje dat je krijgt van links, staat het antwoord van je buurman. Dit lees je. Opnieuw dezelfde vraag: ‘Wat is stille tijd? Schrijf een antwoord op het kaartje dat er nog niet op staat.’ Zo ga je acht tot tien rondes door. ‘Lees nu het kaartje dat je hebt. Daar staan veel antwoorden op die volgens de groep bij ‘stille tijd’ horen. Wat wist je al? Welk woord verbaast je? Wat is nieuw voor je? Waar heb je een vraag over?’ Na dit gesprek ga ik verder met een interactieve Bijbelstudie en bespreking van het thema. Werkvormen stimuleren jongeren en zeker de doeners. En reken maar dat ze ervan leren.
Groepswerk
Een JV denkt na over ‘Verbinding’. Met God en met elkaar. In een brainstorm bedenken ze hierbij de ene na de andere persoon uit de Bijbel. In kleine groepjes kiezen ze één persoon en schrijven deze op een groot vel. Hoe stond hij/zij in de wereld? Schrijf er kernwoorden of eigenschappen omheen. Elk groepje vertelt over de persoon die ze gekozen hebben. De volgende opdracht: bespreek wat je weet over deze persoon en zijn leven met de Heere. Wat kun je zeggen over genade en over het werk van de Heilige Geest? Zelf observeer ik hoe ze te werk gaan. De een begint direct te schrijven, de ander zoekt in de Bijbel, de derde zit afwachtend onderuit. Tot hij door een groepsgenoot erbij geroepen wordt. ‘Doe jij deze eens.’ Ronde drie: Wat kun jij van deze persoon leren? Wat is Gods boodschap voor jou? Schrijf dat onder elk woord. Ieder groepje deelt drie lessen in de groep. Hun reactie: ‘Je moet nu wel meedoen’ en ‘in verbinding staan met God is pure genade’. Het is waardevol als jongeren dit zelf ontdekken.
Inzicht en durf
Als iedereen verschillend leert en denkt heeft dat consequenties voor je manier van leidinggeven. Hoe spreek je de jongeren aan? Hoe breng je inhoud over? Hoe maak je dogmatische begrippen begrijpelijk? Beelden en werkvormen kunnen daarbij helpen. Past dit niet bij jou? Of ben je het niet gewend? Houd de jongeren en het doel van je avond voor ogen. Bid daarbij om de leiding en werking van de Heilige Geest. Begin je avond eens met een inspirerende intro aan de hand van een beeld of verhaal. Gewoon dóen! Ze helpen om je Bijbelse boodschap te laten landen. Of zoals Spurgeon het zei: ‘Een veer aan een pijl geeft richting. Zonder veer raak je het doel niet. Voorbeelden zijn als de veren van een pijl. Ze geven richting en treffen doel.’