Gebed om een nieuwe Koning
Heb jij ze ook gehoord, die lawaaimakers tijdens de speech van minister-president Rutte, begin december? Hij sprak ons volk toe en legde de maatregelen uit die het hele Koninkrijk der Nederlanden raakten. Ook sprak hij ons – onderdanen van het koninkrijk waarvan hij de belangrijkste politieke leider is – moed in.
Maar die demonstranten? Horen die ook bij dat koninkrijk? Zou jij willen dat zij de dingen anders gaan zien? Je gedrag heeft alles te maken met hoe betrokken je bent op dit koninkrijk. Als de Heere Jezus ons leert bidden tot Zijn Vader “Uw Koninkrijk kome”, dan is dat eigenlijk net zoiets. Het gedrag van de mensen ten opzichte van Gods Koninkrijk moet anders.
Knip de tekst eens in twee stukken: ‘Uw Koninkrijk’ en ‘kome’. Dat Koninkrijk van God de Vader staat lijnrecht tegenover jouw en mijn koninkrijkje, waar wij willen bepalen wat we doen. Eigenlijk sta je vóór je bekering ook herrie te maken tegenover dat Koninkrijk, terwijl de Koning der koningen je toespreekt. Je tettert dwars door Zijn oproep heen om Hem lief te hebben. En daarmee plaats je jezelf buiten dat Koninkrijk. Dit gebed vraagt om verandering die ‘kome’ (moet komen en levenslang zal blijven doorwerken) in je leven.
Maar… wát bid je met dit gebed, als je wél bekeerd bent? Als je belijdt ‘de Heere is mijn Herder’, dan behoor jij zelf wel tot Zijn Kudde, Zijn Koninkrijk, maar dan gun je dat ook anderen! Je wilt dat andere lawaaimakers ook hun verzet staken en onderdaan worden van deze Koning.
‘Uw Koninkrijk kome’ is eigenlijk ook een bede dat ik steeds meer het beeld van de Heere Jezus ga vertonen op school, in het zaterdagbaantje, tussen vrienden of op het werk.
Enerzijds kijkt het gebed naar het ‘nu’ en anderzijds naar de toekomst. Het lijkt op dat gebed uit Openbaring: “Maranatha, kom Heere Jezus, ja kom haastig!” Je verlangt ermee naar verdieping van het geloof, uitbreiding van de kerk én … de realisatie van dit eeuwige Koninkrijk.
Wat zit er veel in die drie woorden! Overdenk dat steeds weer als je dit gebed bidt.
