Hier sta ik
Onlangs ontmoette ik iemand die opmerkelijke sokken droeg.
Er stond een tekst op die mijn aandacht trok. “Hier stehe ich. Ich kann nicht anders.” Oftewel, de bekende woorden: “Hier sta ik. Ik kan niet anders.”, waarvan gezegd wordt dat Maarten Luther ze uitsprak tijdens de Rijksdag in Worms. Of hij deze woorden echt uitgesproken heeft, laten we maar even in het midden. De woorden zetten mij echter wel aan het denken. Wat zit er achter die woorden?
Er is veel gebeurd voordat Luther zich verantwoordde op de Rijksdag. Zo geselde hij zichzelf en heeft hij op zijn blote knieën een hoge trap beklommen. En dat allemaal om zijn zaligheid te verdienen. Maar al zijn goede werken, zoals het bidden van de rozenkrans, de aflaten, de deelname aan de mis, de bedevaarten, etc., hebben hem niet zalig gemaakt. Hij kon er geen vrede in vinden. Hij worstelde met de vraag: “Hoe krijg ik een genadig God?”. Tot de betekenis van Romeinen 1:17 tot hem doordrong. “Want de rechtvaardigheid Gods wordt in hetzelve geopenbaard uit geloof tot geloof; gelijk geschreven is: Maar de rechtvaardige zal uit het geloof leven.” Het geloof!
“Want de rechtvaardigheid Gods wordt in hetzelve geopenbaard uit geloof tot geloof; gelijk geschreven is: Maar de rechtvaardige zal uit het geloof leven.”
Maar waarom hebben wij het dan over goede werken? Waarom dan toch onze naaste dienen? Om er toch stiekem iets mee te verdienen? Precies de slogan van de landelijke actie van de HHJO: (ver)dienen!?
De mannen uit Heidelberg hebben het zich ook afgevraagd. Zorgt dit ‘geloven alleen’ niet voor zorgeloze en goddeloze mensen? Als je het maar gelooft… Nee, zeggen ze in antwoord 64 van de catechismus, juist niet! Want, zo staat er, het is onmogelijk, dat, zo wie Christus door een waarachtig geloof ingeplant is, niet zou voortbrengen vruchten der dankbaarheid. Anders gezegd: het kan niet zo zijn dat er mensen zijn die in Hem geloven, wat niet zichtbaar wordt in hun leven.
Stel je ziet een boom staan. En uit die boom is een peer gevallen. De peer ligt naast de boom. De conclusie dat het hier om een perenboom gaat is juist. Pas dat beeld toe op een gelovige. Het is onvermijdelijk dat iemand die in Christus is, goede werken gaat doen. Niet om er iets mee te verdienen. Nee, uit dankbaarheid! Dankbaar omdat Hij naar deze aarde kwam. Dankbaar omdat Hij de schuld van de zonde heeft betaald. Dankbaar omdat Hij de straf heeft weggenomen. Dankbaar omdat Hij de Borg en Middelaar is van ieder die in Hem gelooft. Zo is Hij gekomen. Hij, de Zoon des mensen, is niet gekomen om gediend te worden, maar om te dienen en Zichzelf in de dood over te geven als een losprijs (rantsoen) voor velen. Hij deed dit, omdat Zijn Vader het wilde. Hij deed het vrijwillig. Hij deed het om te dienen. “Hij hing daar. Hij kon niet anders.”