Blogs Coronavirus

De bouwlieden

Je kent het wel, het begin van een gesprek wat je met iemand hebt. Waar het in het verleden vaak over het weer ging, gaat het nu over corona.

Heel begrijpelijk, het raakt ons allemaal. Het geeft ook iets weer van onze dagelijkse gedachten en misschien ook wel over onze zorgen. Ik heb de verzuchting al veel gehoord de laatste tijd: hoe moet het toch met al die jongeren? Zullen ze na deze crisis wel weer trouw naar de kerk komen? Hoe houden we ze vast? Wat kunnen we hen bieden? Een terechte zorg, denk ik. En belangrijk om hier over na te denken en te komen met alternatieven in het contact met jongeren! Ze moeten opgezocht worden en er moet aandacht voor hen zijn. Net als voor al die andere mensen in de gemeente overigens. Wat een jongere nodig heeft, kan een dertiger of vijftiger niet ontberen.

Zonder iets af te doen aan het belang van contact met jongeren, moeten we ervoor oppassen ons vertrouwen niet op ons doen en laten te stellen. Een sprekend beeld daarvan vond ik in Psalm 127: “Zo de HEERE het huis niet bouwt, tevergeefs arbeiden deszelfs bouwlieden daaraan; zo de HEERE de stad niet bewaart, tevergeefs waakt de wachter.” Met andere woorden: Gods zegen is onmisbaar. Wij hebben de verantwoordelijkheid om jongeren op te zoeken en hen te bewaren bij de gemeente. Dat is zelfs een dure plicht! Hen moet telkens voorgehouden worden wie God is. Als eerste in het gezin, maar ook in en door de gemeente. Jozua richtte twaalf stenen op in Gilgal en gaf het bevel aan de vaders om bij iedere vraag van de kinderen te vertellen over de grote daden van de Heere. “Want de HEERE, Uw God, heeft de wateren van de Jordaan voor uw aangezichten doen uitdrogen (…), opdat gijlieden den HEERE, uw God, vrezet te allen dage.”! Jozua 3: 23, 24.

"Hen moet telkens voorgehouden worden wie God is. Als eerste in het gezin, maar ook in en door de gemeente."

In Psalm 127 staat niet dat we moeten stoppen met bouwen. Er staat wel dat het tevergeefs is als we het daarvan verwachten. We moeten onze verwachting op de HEERE stellen. Matthew Henry schrijft: “Wij moeten op Gods zegen steunen en niet op ons eigen beleid.” Het is bijzonder dat het in deze Psalm ook gaat over het ontvangen van kinderen. Zij zijn een erfdeel van de HEERE. Hij heeft recht op onze kinderen, Hij is ook hún God. Juist daarom moeten we in contact zijn met kinderen en jongeren. De kinderen die naar de Heere Jezus kwamen, werden door Hem gezegend. Wijs jij de kinderen en jongeren in de gemeente de weg naar Christus? Dat mag vanuit plannen en activiteiten gedaan worden, maar niet zonder de Heere. Hij is het Zelf Die het huis bouwt! Wil jij er écht zijn voor jongeren? Benoem hen dan in je gebed, heel persoonlijk. Zo breng je ze daadwerkelijk bij Christus. Hij is de Koning van Zijn kerk, Hij regeert.

Laat dat de inhoud van je gesprek zijn met een jongere. Wijs hen op het liefdevolle borgwerk van Jezus Christus, wijs hen op Zijn regering, wijs hen erop dat in Hem alles te ontvangen is. Voor het dagelijkse leven, daar waar het moeilijk is of waar een jongere zich eenzaam voelt. Maar zeker ook dat bij Hem het eeuwige leven te vinden is, door Zijn verzoenend lijden en sterven. Een leven met Hem als Koning. Dan alleen zullen ze behouden zijn. Niet alleen behouden voor de kerk, maar behouden als een levend lid van Zijn Kerk.

Henco van Ee

Door: Henco van Ee op 4 maart 2021


Overzicht