- 09 Mar 2019
Jongerendag 16- Amersfoort
De jongerendag 16- in Amersfoort vond plaats op 9 maart 2019. In het ochtendprogramma hield ds. P.D. van den Boogaard een lezing met als thema '(ver)dienen'.
Hieronder kun je zijn lezing terugkijken- en lezen. Na het appèlwoord hebben de jongeren twee workshops gevolgd waarin ze met elkaar verder dachten over het thema van de dag. Op deze pagina zijn ook de foto's van de dag terug te zien.
Jullie zijn vanmorgen met elkaar naar Amersfoort gekomen. Weten jullie wie er over een week of zeven ook deze reis gaat ondernemen op 27 april? Inderdaad: koning Willem Alexander. Hij komt hier koningsdag 2019 vieren. Hoe zou je het vinden als hij niet naar Amersfoort zou komen, maar dat op een morgen als je net wakker bent, de deurbel gaat en Willem Alexander bij jou voor de deur staat?Dat hij binnenstapt en dat hij tegen je vader en je moeder zegt: ‘geef me maar een schoonmaakmiddel uit de kelderkast, ik kom vandaag bij u het huis schoonmaken’. ‘Van de wc in de gang tot aan de berging op zolder: alles’. En vervolgens ziet Willem Alexander jou staan; jij bent net uit bed. En dat hij dan zegt tegen jou: ‘en ik begin op jouw kamer’. Waarschijnlijk denk jij dan als eerste: ‘wat ligt er allemaal, wat heb ik laten slingeren, wat heb ik al opgeruimd en wat niet’. En vervolgens denk je: ‘dat hoeft niet, het is fijn dat u gekomen bent, daar ben ik blij en verwonderd mee, waarom zou Willem Alexander bij jou precies aanbellen’? Je zegt: ‘gaat u zitten, ik zal wat koffie zetten, misschien dat u er iets bij wilt’. ‘Maar schoonmaken, dat hoeft niet, daarvoor heeft u uw personeel’. Je verwonderd je dat Willem Alexander is gekomen, maar opruimen en schoonmaken, dat hoeft hij niet te doen. Bent u daar nu voor gekomen koning?
Zoiets moet Petrus ook gedacht hebben, in het gedeelte dat is gelezen. De discipelen liggen aan tafel, maar ze waren één ding vergeten. Ze zijn met ongewassen voeten aan tafel gaan liggen. De Heere Jezus staat op, Hij bindt een slavenschort op. Hij giet water in het bekken en Hij gaat één voor één achter de discipelen langs om hun voeten te wassen. Totdat Hij bij Petrus komt. Petrus protesteert: hij wil niet dat de Heere Jezus zijn voeten wast. Dat Hij het werkt doet van een slaaf. Hij doet het werkt van iemand die (normaal gesproken) geen eer verdiend. Petrus begrijpt er niets van. De Heere Jezus antwoord scherp: ‘Petrus als jij je voeten niet door Mij laat wassen, dan heb je geen deel aan Mij in der eeuwigheid’. Als je gereinigd wordt door Mijn bloed dan heb je aan Mij deel. Als je niet door Mij wordt gereinigd, dan heb je aan mij geen deel in der eeuwigheid. Het is het een of het is het ander en geen tussenweg.
Jezus is gekomen om te dienen en Hij heeft daarmee de reiniging van je leven verdiend.
Heeft Petrus het verdiend dat Jezus hem de voeten wast? Nee, want wat doet hij een paar uur later? Hij verloochent de Heere Jezus in het rechthuis. Petrus heeft het niet verdiend, maar toch doet Jezus Christus dat. Dat geldt voor ons hetzelfde. Als Hij tot ons komt, door het Woord en zegt: ‘Ik wil u reinigen’. Heb jij dat dan verdiend? Als je jezelf een beetje kent, dan weet je dat je zonde doet. Toch zegt Jezus: ‘Ik wil jou geheel verdienen’. Jezus is gekomen om te dienen en Hij heeft daarmee de reiniging van je leven verdiend. Hij wil dat je dat geloofd. Hij kent ons allemaal bij onze naam, dat heeft geklonken toen we gedoopt zijn. Daar heeft ook de belofte geklonken dat Hij jou reinigen wil. En door het Woord komt dat elke keer terug. Wil je dat geloven? Petrus mocht leren stil te worden, het Woord van de Heere Jezus te geloven en daaruit te leven. Petrus moest leren dat de Heere was gekomen om hem zalig te maken. Dat geldt ook voor ons. De Heere komt door Zijn Woord naar ons toe, om daarnaar te leven en om eronder te buigen. Er zijn twee mogelijkheden: of je gelooft en je hebt deel aan Hem tot in het eeuwige leven. Of je gelooft niet, je doet de Bijbel dicht, dat is dan ook tot in der eeuwigheid. Hij komt om de voeten te reinigen. Toen bij Petrus en ook nu. Als je hart vernieuwd en gereinigd is, dan kun je hem ook dienen. Waar Jezus Christus de zaligheid verdiend heeft, daar wordt het hart vernieuwd. Elke dag opnieuw, omdat je hem wilt dienen. Dat blijkt ook uit deze geschiedenis. De Heere Jezus beveelt aan de discipelen om Zijn voorbeeld te volgen. Omdat Hij de voeten heeft gewassen, moeten de discipelen dat ook bij elkaar (en bij anderen) gaan doen.
Als jouw voeten zijn gereinigd door de Heere Jezus, dan ben jij het ook schuldig om dat aan anderen te doen.
Bij wie was jij de voeten? Dat jij knielt en dat jij de vuile voeten van iemand anders wast. Niet alleen voeten van je kleinere broertje of zusje, maar ook die van jou grootste vijand. Hoe kun jij een ander dienen? Het is niet bepaald makkelijk om iemand waarmee je het niet zo goed kunt vinden om die de voeten wassen. Dat is echter niet de vraag. Het gaat niet om jou. Het gaat om het bevel van de Heere Jezus. Als jouw voeten zijn gereinigd door de Heere Jezus, dan ben jij het ook schuldig om dat aan anderen te doen.
Als Willem Alexander bij jouw thuis klaar is met schoonmaken en jou vraagt om het over een paar dagen bij een arme buurvrouw drie straten verderop een keer te stofzuigen. Zeg je dan: ‘daar ga ik niet aan beginnen, koning’? Als Willem Alexander het bij jou gedaan heeft, dan ga jij het toch ook bij iemand doen die het zelf niet meer kan?
Zo is het bij het volgen van Jezus Christus ook. Dan gaat het niet alleen over het reinigen van je slaapkamer, maar om de vernieuwing van het levenshuis. Wanneer je gelooft in Hem, wordt je leven compleet vernieuwd. Je hebt Hem na te volgen. Die bij Jezus Christus hoort, die moet ook wandelen zoals Jezus gewandeld heeft. Dienen is dus niet alleen bij die buurvrouw drie straten verderop te gaan stofzuigen. Dienen neemt in het volgen van de Heere Jezus, je hele leven in beslag. Op elke plaats waar je komt, je werk goed doen.
Hoe was dat bij Jozef toen hij op transport werd gezet naar Egypte? Hij is niet opstandig, maar hij doet zijn uiterste best in het huis van Potifar. Hij doet wat hij moet en mag doen. Potifar ziet dat en hij is binnen de kortste keren de chef van het gehele bedrijf. Jozef doet de taak die hij heeft op de juiste manier, zoals God dat van hem vraagt. .
Als je leeft door het geloof, dan doe je je werk goed en ben je betrouwbaar. Dat zegt niet dat alles lukt, maar je doet het in afhankelijkheid. Je weet dat de Heere voor je zorgt. Je moet je gaven die je van God hebt gekregen op de juiste manier inzetten in die paar jaar die je op aarde leeft. Je bent dit schuldig aan Hem, die de zaligheid voor jou heeft verdiend. Elke dag, op elke plaats waar je komt. Het gaat dan niet om jezelf; het wordt niet altijd in dank ontvangen. Maar toch wordt je geroepen om te dienen, want uiteindelijk gaat het om de Ander met een hoofdletter. Hij laat ons zien dat wij schuldig zijn om Hem na te volgen. Wat zegt Jozef als hij bij de Farao moet komen? Dan zegt hij: ‘het is buiten mij: Christus zal het doen’.
In het navolgen van Hem ben je schuldig om Hem de eer te geven en te vertonen dat het goed is om uit Zijn genade te leven.
God heeft het verdiend Jezus Christus en Hij dient zondaren om hen zalig te maken. In het navolgen van Hem ben je schuldig om Hem de eer te geven en te vertonen dat het goed is om uit Zijn genade te leven. Dat kost moeite, omdat je zelf klein wordt. Maar tegelijk ontvang je zegen, omdat Jezus Christus groter en groter wordt. Omdat je Hem meer en meer leert te volgen.